De zevende dag, 8 mei 2022

Advocaten Reuzegommers over uitstel proces

John Maes en Joris Van Cauter, de advocaten van drie Reuzegommers, hopen dat het proces over de studentendoop van Sanda Dia zo snel mogelijk wordt verdergezet. Dat hebben ze gezegd in "De zevende dag". Ze hebben het volste vertrouwen in het Antwerpse hof van beroep dat zich nu over de zaak moet buigen. "Die mensen zijn onpartijdig, professioneel en doen wat ze moeten doen", aldus Maes die gruwelt van het idee rond partijdigheid in het dossier.

Vorige week werd het proces Sanda Dia stilgelegd op vraag van de advocaten van zijn familie.  Die willen vooral zekerheid dat het hele doopritueel kan worden beoordeeld en niet enkel de feiten op 5 december 2018 aan de blokhut in Vorselaar. De studentendoop was al op 3 december begonnen in Leuven. Maar volgens de rechter kon zij alleen oordelen over de laatste fatale dag van de doop en niet over het hele verloop van de doop. En daar ging de familie van Sanda Dia tegenin waardoor het proces nu voor maanden stilligt.

"Wij waren klaar om te pleiten, dat wordt nu abrupt afgebroken. Dat is spijtig", vertelt advocaat van 2 Reuzegommers, John Maes in "De zevende dag". Ook Joris Van Cauter,  advocaat van een andere Reuzegommer vindt het jammer dat het proces vertraging oploopt. "Het is een ongelukkige gang van zaken. Als je een proces aanvangt, wil je de rit uitzitten. Je bent daar psychologisch zo op ingesteld. Het momentum was er. We zijn drie en een half jaar na de feiten", aldus Van Cauter. De twee advocaten hopen dan ook dat het proces snel wordt verdergezet. 

Volgens Van Cauter is het een ongelukkige gang van zaken die zijn oorsprong al eerder in de procedure vindt. Het gaat terug tot de raadkamer waar volgens hem geen debat is geweest. "Daar wordt er beslist welke feiten voor de rechtbank aanhangig worden gemaakt. En een negatief aspect in deze zaak is -denk ik- de druk die er bestaat vanuit de media op de rechtbank. Daardoor is dat het moment in de raadkamer niet goed benut geweest is", aldus Van Cauter. 

Antwerpen versus Hasselt

Het proces ligt nu stil tot het hof van beroep in Antwerpen geoordeeld heeft of het beroep van de familie van Sanda ontvankelijk en gegrond is. Sven Mary, advocaat van de familie van Sanda, zei vorige week nog dat hij vreesde dat de zaak niet meer naar de rechtbank van Hasselt zal terugkeren. "Ze zullen de zaak in Antwerpen naar zich toetrekken, ik ben daar voor 99 procent van overtuigd", zei hij toen. 

Maar het hele proces is in het verleden net uit Antwerpen gehaald omdat één van de Reuzegommers de zoon is van een Antwerpse magistrate. Men vreesde toen voor beïnvloeding en dat er zo in Antwerpen geen eerlijk proces kon plaatsvinden.  Maar die verhuis was volgens Maes eerder symbolisch. 

Dat de zaak Sanda Dia nu weer in Antwerpen ligt, mag volgens Maes geen probleem vormen. "Ik zie niet in waarom het hof van beroep in Antwerpen niet onpartijdig zal kunnen oordelen. Die mensen zijn onpartijdig, professioneel en doen wat ze moeten doen. Ik gruwel van het idee dat er een waas van partijdigheid en gevaar voor partijdigheid hangt rond dit dossier. Dat is volstrekt ten onrechte. Ik vertrouw erop dat het zeer sereen en onpartijdig zal verlopen", besluit Maes. 

Artikel op VRTNWS: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/05/08/reuzegommers-over-uitstel-proces/

 

Lees meer
De Standaard, 11 april 2022

Wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien

"Van Joris Van Cauter mag Vlaams minister Van Justitie Zuhal Demir tweeten over een vonnis. Maar dan moet ze dat wel met kennis van zaken doen.

De Vlaamse minister van Justitie Zuhal Demir (N-VA) heeft getweet. Zoals eigen is aan het medium, ging dat niet gepaard met veel nuance. Ze bekritiseerde een rechter die een dronken verkrachter van een zwangere vrouw te laag zou hebben gestraft én de advocate van de dader, die haar cliënt een ‘doodgewone jongen’ zou hebben genoemd. Meer heeft een minister niet nodig om de krantenpagina’s een aantal dagen te beheersen. Het zal haar niet spijten. Grote woorden als ‘scheiding der machten’ in opiniestukken laten de man in de straat onberoerd, voor wie straffen te laag zijn en verkrachters geen doodgewone jongens.

De tweet van de minister is een vorm van volksmennerij. Dat is op zich kwalijk en verdient een gepast en ferm antwoord. Maar de reacties zijn te gratuit en te corporatistisch. De scheiding der machten zou betekenen dat de minister moet zwijgen, zowel over de rechter als over de advocaat. Die gedachte is gebaseerd op het naïeve idee dat de scheiding der machten iets absoluuts is. Maar zo heeft Montesquieu dat nooit bedoeld. De Fransman stond voor een spreiding van de overheidsfuncties over verschillende machten, om zo willekeur en machtswellust te vermijden.

Ook een advocaat kan zijn intellectuele eerlijkheid kwijtspelen wanneer hij van de ene naar de andere kant van de balie springt

In zijn Over de geest van de wetten, beschreef Montesquieu de 18de-eeuwse Britse grondwet als superieur, terwijl daar zeker geen sprake was van een absolute machtenscheiding. Het model dat we moeten verdedigen, is er een van een afstandelijke samenwerking en wederzijdse controle tussen de onderscheiden machten, een systeem van checks-and-balances. Daarin is er plaats voor machten die elkaar in evenwicht houden en in vraag stellen. Zo moeten rechters de kans hebben om oneerlijke of ongrondwettelijke wetten in vraag te stellen. In België kan het Grondwettelijk Hof wetten vernietigen, en kunnen de gewone rechters overheids­besluiten buiten beschouwing laten.

Toeslagenaffaire

Nederland kent een veel striktere interpretatie van de scheiding der machten. Dat had onlangs nog desastreuze gevolgen voor duizenden gezinnen, die in de Toeslagenaffaire werden getroffen door een te volg­zame rechtspraak, die op geen enkele manier de onbillijke wet in vraag heeft gesteld. Een kritische ingesteldheid van rechters tegenover de wetgever is toe te juichen, maar dan moeten ze ook zelf kritiek kunnen verdragen. Net zoals politici oefenen rechters een publiek ambt uit, met een directe weerslag op de samenleving. Het is democratisch en gezond dat de rechtspraak wordt geconfronteerd met wat leeft in de samenleving.

Hetzelfde kan ook van advocaten gezegd worden. De advocatuur moet vrij zijn en het pleidooi van de advocaat onschendbaar. De advocaat mag niet bevreesd zijn in zijn verdediging van om het even wie. En dat hij de ene dag optreedt voor een slachtoffer en de andere dag voor een dader, mag daarbij geen rol spelen. Dat wil nog niet zeggen dat zijn publieke uitspraken niet aan publieke kritiek onderhevig mogen zijn. En ook de advocaat kan al eens zijn intellectuele eerlijkheid kwijtspelen wanneer hij van de ene naar de andere kant van de balie springt.

Tekorten in jeugdzorg

Cruciaal is wel dat het gesprek tussen de verschillende staatsmachten respectvol gebeurt, dat het gaat om eerlijke kritiek, het liefst op het gepaste forum. En dat je spreekt met kennis van zaken. Als die kennis er niet is, dan is terughoudendheid op haar plaats. Daar wringt het schoentje. Demirs tweet is een snelle reactie op een online artikel. Als minister kun je niet beweren dat die onnadenkende emotionele uithaal je vergeven is, omdat je hebt gereageerd als mens, als vrouw of als moeder. Want zo tast je het vertrouwen in de rechtspraak aan, en breng je beetje bij beetje de rechtsstaat in gevaar. De oplossing daarvoor is niet dat ze verplicht is te zwijgen. Spreken mag, maar anders dan voor gewone burgers, alleen met kennis van zaken.

Tot slot: wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien. Het ontstellende gebrek aan capaciteit om daders van misdrijven op te volgen, de gebrekkige strafuitvoering en de schrijnende tekorten in de jeugdzorg en het jeugdsanctierecht zijn veel grotere problemen dan de vermeende lage strafmaat. En raad eens wie daarvoor mee politiek verantwoordelijk is."

 

Opinie in De Standaard van 11 april 2022:

https://www.standaard.be/cnt/dmf20220410_97734715?utm_source=standaard&utm_medium=social&utm_campaign=send-to-a-friend

Afbeelding © Lectrr

Lees meer
De Standaard, 25 maart 2022

Iedereen is rechter in het diepst van zijn ­gedachten

Iedereen is rechter in het diepst van zijn gedachten

Docenten communicatiewetenschappen hebben met de persvoorstelling van Marc Overmars door FC Antwerp een nieuw voorbeeld om ­studenten bij te brengen hoe het vooral niet moet. Dat er misschien vragen zouden komen over het recente ­MeToo-verleden, daar had men blijkbaar niet aan gedacht. Het was nochtans de zure appel waar het eerst doorheen moest worden gebeten.

Mocht het bestuur van de club daaromtrent een degelijke verantwoording hebben uitgewerkt, dan had de re-integratie van Overmars misschien een kans ­gemaakt. Vandaag is het duidelijk dat men hem niet meer op het veld wil. Althans nu nog niet. De vraag naar hoe lang ­iemand op het strafbankje moet, wordt nu wel gesteld (DS 24 maart), maar het ­antwoord daarop is niet evident.

Cultuur van excuses

Een juridische benadering lijkt vandaag voor velen niet meer te volstaan. Vanuit een bepaald moreel oogpunt moeten mensen ook gestraft worden zonder dat daar een rechter aan te pas komt. De straf die ze opleggen, is de maatschappelijke uitsluiting. Dat er strafrechtelijk geen straf is of zal ­komen (in het geval van Overmars) of dat het vonnis werd ondergaan (in het geval van Bart De Pauw) is in dat ­opzicht van geen belang. Het blijft voor altijd een ethische plicht om die mensen te mijden en zeker geen rol van betekenis meer te laten spelen.

De enige kans op bevrijding ligt vreemd genoeg in een soort van joods-christelijke transactionele ­moraal. De dader moet dan ‘echte’ en het liefst publieke verontschuldigingen uiten. Enkel en alleen onder die voorwaarde maakt hij kans op vergeving en wederopname in de samen­leving. Excuses en spijt zijn publiek of zijn niet. Dat past uiteraard in een cultuur van excuses en vergeving.

Justitie heeft vanzelfsprekend niet op alle vragen een antwoord. En indien wel, dan komt dat antwoord vaak (te) laat. In het slechtste geval is het een molen die iedereen – daders zowel als slachtoffers – beschadigt. Denk maar aan de zaak-De Pauw. Maar ‘overmor­a­­li­seren’ is minstens zo gevaarlijk als ‘overjuridiseren’. Het risico bestaat ­immers dat het nooit stopt. In de zaak-Overmars was hier en daar te horen dat hij niet bepaalt of en wanneer de bladzijde kan worden omgeslagen. Dat is juist. Het alternatief dat naar ­voren werd geschoven, dat het aan de slachtoffers is om te bepalen wanneer een bladzijde kan worden omgeslagen, is even fout. Geen van beiden moet de straf bepalen.

Is het met het verdwijnen van onze kennis over klassieke cultuur dat die les uit de Oresteia in de vergetelheid is geraakt? Aeschylus beschrijft daarin de bevrijding van het privédomein. Het recht neemt de private, en nooit eindigende beslechting van geschillen over. Er ontstaat een verticale verhouding ten aanzien van de wet. ­Aeschylus laat zien hoe dat toelaat dat de focus verandert. De vernietiging van de ander, de bloedwraak van de Furiën, brengt geen werkelijke oplossing. De Furiën veranderen in Eumeniden (welwillenden) en worden op die manier een instrument van voorspoed en gerechtigheid.

Moralisme alom

Wanneer het gevoel ontstaat dat het recht tekortschiet, ontstaat uiteraard de neiging naar eigenrichting. Iedereen is rechter in het diepst van zijn ­gedachten. Gerechtigheid geschiedt weer horizontaal.

We moeten allemaal samen die of die veroordelen, uitsluiten of niet meer aan bod laten komen. Moralisme alom in de cancelcultuur. Of slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag daarbij gebaat zijn, is maar de vraag.

Een uitwas van die cultuur was ­recent nog aan de orde bij de verontwaardiging die ontstond naar aanleiding van de VRT-fictiereeks Twee ­zomers. De makers werd in essentie een gebrek aan moralisme verweten. Een verhaal moet vandaag de juiste boodschap brengen. En die moet voldoende duidelijk zijn. Want feiten ­gewoon beschrijvend brengen, zou als het ­ware aanzetten tot amoraliteit.

De hetze deed me denken aan het proces- Madame Bovary, de correctionele zaak waarin Gustave Flaubert op 31 januari 1857 werd vervolgd voor zijn onzedelijke boek Madame Bovary. Het overspel van madame ­Bovary werd alleen maar beschreven en er was geen verteller die er bij zei dat dit afkeurenswaardig was.

Gelukkig had Flaubert een goede advocaat die de rechters overtuigde met de rede­nering dat haar zelfmoord aan het einde van het boek wel een voldoende les ­inhield. Flaubert werd vrijgesproken. Toch even nadenken vooraleer we veroordelen. Binnen, maar vooral buiten de rechtbank.

 

Opinie in De Standaard van 25 maart 2022:

https://www.demorgen.be/binnenland/advocaat-joris-van-cauter-de-metoo-slinger-slaat-door-anonieme-beulen-zijn-aan-de-macht-be74c2ea/

Foto © afp

Lees meer
Het Nieuwsblad, 9 maart 2022

Geen extra celstraf voor pedoseksuele ex-leraar en -voetbaltrainer. Nieuw slachtoffer krijgt wel 5.000 euro

"Een gewezen leerkracht en jeugdtrainer die in 2011 werd veroordeeld voor aanranding van de eerbaarheid stond onlangs opnieuw voor de rechter. Een slachtoffer van toen diende pas recent klacht in. De rechter erkende de feiten en de man moet 5.000 euro schadevergoeding betalen.

Tot 2009 werkte Tim O. als leerkracht Engels-Nederlands in het atheneum van Gentbrugge en als jeugdtrainer bij FC Destelbergen. De man randde (of probeerde) toen 17 leerlingen tussen 15 en 17 jaar aan. In 2011 werd hij door de Gentse rechtbank veroordeeld tot 36 maanden cel, waarvan 30 met uitstel.

Tien jaar later diende een slachtoffer van toen klacht in. “Hij verleidde mijn cliënt om na het schilderen samen te douchen en daarbij raakte hij hem aan”, schetste advocaat Joris Van Cauter. “Tien jaar lang droeg hij het als een trauma met zich mee en kon hij het niet meer van zich afschudden.”

De strafrechter erkende woensdag de feiten die het slachtoffer destijds moest ondergaan. Desondanks werd O. geen nieuwe straf opgelegd. “De veroordeling in 2011 was zeer zwaar. Een nieuwe straf zoveel jaren na de feiten is niet opportuun”, staat in het vonnis. De dader moet wel 5.000 euro schadevergoeding betalen."

Het Nieuwsblad 9 maart 2022:

https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20220309_94242605http://www.standaard.be/cnt/dmf20180619_03569

foto © Belga

Lees meer
Het Nieuwsblad, 7 maart 2022

Hoogbejaarde vrouw plots 800.000 euro armer na ‘schenking’ vlak voor overlijden: “Ze maakten misbruik van haar psychische zwakte

Twee notarissen zijn vrijgesproken voor het oplichten van een 97-jarige vrouw uit Knokke-Heist voor 800.000 euro via een schenking vlak voor haar overlijden. Voor drie personen uit hun entourage was de rechter minder mild. “Ze hebben op bedrieglijke wijze misbruik gemaakt van haar psychische zwakte.”

 

"De feiten dateren van maart 2013, een maand voor het overlijden van de 97-jarige Georgette D. Bij notaris Frank D. in Waarschoot zette ze haar handtekening onder twee schenkingen, goed voor een totaal van 800.000 euro. De begunstigde: Amélie D., dochter van Béatrijs L. Zij is de voormalige eigenares van Seaflower Service Palace in Knokke-Heist, het rusthuis waar Georgette op dat moment verbleef. Twee maanden na het overlijden van de vrouw richtte een anonieme briefschrijver zich tot haar nabestaanden en zo ging de juridische bal aan het rollen.

Oplichting

Het parket riep ook de Brugse notaris Michel V. naar de beklaagdenbank. Als toenmalige partner van Amélie D. zou hij zijn collega-notaris, een studievriend, hebben ingeschakeld om de aktes te laten verlijden. Tot slot werd ook Bernard B. voor de rechter gedaagd.

Hij had Amélie D., Béatrijs L. en Georgette D. naar de notaris gebracht. Concreet werden ze allen beschuldigd van oplichting, valsheid in geschrifte en het misbruik maken van de kwetsbare toestand van Georgette D.

Kortstondige contacten

De advocaten van de beklaagden hadden de vrijspraak gevraagd en daar ging de rechtbank ook gedeeltelijk in mee. De rechter oordeelde dat er geen sprake was van oplichting en valsheid in geschrifte. Ook dat de twee notarissen misbruik zouden hebben gemaakt van Georgette D. werd niet bewezen geacht. Daar zouden hun contacten met de vrouw ook te kortstondig voor zijn geweest.

Dat laatste ging helemaal niet op voor de drie andere beklaagden. “Ze hebben op een bedrieglijke wijze gebruikgemaakt van de psychische zwakte van Georgette D.”, oordeelt de rechter, die verwijst naar het rapport van een geneesheer, gevonden tijdens een huiszoeking bij een van de beklaagden en waarin vermeld staat dat ze “relatief heldere dagen afwisselde met dagen waarin ze sterk dementerend was”.

“Georgette D. had in september 2012 al aangegeven dat zij bijstand wou van een voorlopige bewindvoerder omdat zij zichzelf niet in staat achtte om haar vermogen op een adequate manier te beheren.” Maar in plaats van daar gevolg aan te geven werden de nodige documenten achtergehouden.

Zware schadevergoedingen

De rechter veroordeelde Amélie D., Béatrijs L. en Bernard B. elk tot een celstraf van vier maanden met uitstel en een effectieve boete van 2.400 euro, en het betalen van fikse schadevergoedingen. Vijf vzw’s die erfenisgelden hadden misgelopen en zich burgerlijke partij hadden gesteld, ontvangen samen 433.000 euro. Ook hun advocatenkosten, samen goed voor 30.000 euro, moeten door de veroordeelden worden vergoed."

 

Van Cauter Advocaten stond de vijf vzw's bij zich in deze zaak burgerlijke partij hebben gesteld.

 

Artikel in Het Nieuwsblad van 7 maart 2022:

https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20220307_95175147

 

Foto © D.C.

Lees meer
Grondwettelijk Hof, 3 februari 2022

De wetgever moet voorzien in een doeltreffende en preventief rechtsmiddel bij langdurige opsporingsonderzoeken

ARREST 15/2022: De wetgever dient te voorzien in een doeltreffend preventief rechtsmiddel voor de verdachte in een opsporingsonderzoek om een langdurig strafonderzoek te versnellen.

 

Naar aanleiding van twee prejudiciële vragen die werden gesteld door de Kamer van Inbeschuldigingstelling bij het Hof van Beroep te Gent heeft het Grondwettelijk Hof in het arrest van 3 februari 2022 geoordeeld dat artikel 136, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering, een schending inhoudt van het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie (artikelen 10 en 11 van de Grondwet), in samenhang gelezen met het recht op een eerlijk proces (artikel 6 EVRM) en het recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel (artikel 13 EVRM), in zoverre het niet voorziet in een daadwerkelijk preventief rechtsmiddel voor de verdachte, dat erop gericht is een lopend opsporingsonderzoek te doen versnellen, indien dat onderzoek na een jaar niet is afgesloten.


Het is aan de wetgever om een dergelijk rechtsmiddel in te voeren. Hierbij dient de wetgever in het bijzonder erover te waken dat het doeltreffend is en dat de maatregelen die kunnen worden  genomen in het kader van een langdurig strafrechtelijk onderzoek, specifiek gericht zijn op het bespoedigen van de voortgang van het lopende onderzoek. In afwachting van het optreden van de wetgever, komt het toe aan de kamer van inbeschuldigingstelling van het Hof van Beroep te Gent een einde te maken aan de ongrondwettigheid, door artikel 136, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering bij analogie toe te passen in het kader van een opsporingsonderzoek.

 

Van Cauter Advocaten heeft in deze procedure de Kamer van Inbeschuldigingstelling bij het Hof van Beroep te Gent verzocht twee prejudiciële vragen te stellen aan het Grondwettelijk Hof en is tussengekomen in de procedure voor het Grondwettelijk Hof waar zij het Hof verzocht vast te stellen dat artikel 136 van het Wetboek van Strafvordering de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt.

Lees meer
Het Nieuwsblad, 19 november 2021

Kaakslag voor Voetbalbond in zaak matchfixing: makelaars én voormalig bestuur KV Mechelen onterecht geschorst

 

"Opschudding in voetballand: de tuchtstraffen die het bestuur van KV Mechelen en twee makelaars destijds opgelegd kregen voor hun vermeende rol in matchfixing aan het eind van het seizoen 2017-2018, worden nietig verklaard. De Brusselse rechtbank is van oordeel dat het zestal hun schorsing terecht aanvocht en veroordeeld werd op basis van selectief bewijsmateriaal."

Van Cauter Advocaten stond een van de bestuursleden van KV Mechelen bij in deze procedure.

Artikel in Het Nieuwsblad van 11 november 2021:

https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20211119_94586042

 

Foto © BELGA

 

Lees meer
Het Nieuwsblad, 15 november 2021

Werd Georgette (97) vlak voor haar dood opgelicht door notarissen? “Ik vrees dat ik iets doms heb gedaan”

"Hebben twee notarissen samen met drie handlangers net voor haar dood de dementerende 97-
jarige Georgette D. opgelicht? Het Brugse gerecht vreest van wel en stelt vast dat er “op een
kwartiertje” 800.000 euro van haar rekening verdween, geld dat bestemd leek voor verschillende
dierenorganisaties. Het vijftal, onder wie de dochter van de rusthuisbazin, ontkracht dat er
onwettige dingen zijn gebeurd.

“Ik vrees dat ik iets doms heb gedaan.” Met die woorden alarmeerde de 97-jarige Georgette D. op
18 maart 2013 – een maand voor haar overlijden – haar vaste notaris. De gefortuneerde, alleenstaande
vrouw vertelde in paniek hoe ze bij een andere notaris een document had getekend. Bij wie en waarvoor
precies? Dat kon ze zich niet meer herinneren. Georgette D. nam ook haar vaste bankier en vaste
advocaat in vertrouwen.

Twee maanden na haar overlijden belandde bij een familielid plots een anonieme brief in de bus. De
melding: tante Georgette D. had twee dubieuze schenkingen van 400.000 euro gedaan aan Amélie D., de
dochter van de eigenares van het Knokse rusthuis Seaflower Service Palace, waar ze de laatste jaren van
haar leven verbleef.


Genekt door spiekbriefje


De anonieme brief betekende de start van een strafonderzoek. Volgens het Brugse gerecht kreeg
Georgette D. in de maanden voor haar dood te horen dat het geld – 800.000 euro dus – diende om een
fermette in Lissewege te kopen. Vijf personen speelden volgens het gerecht onder één hoedje.
“Georgette was bang dat ze uit haar serviceflat zou worden gezet en werd zo onder druk gezet”, zei de
procureur ter zitting. Hij sprak van een zwakke vrouw die al sinds de jaren 90 met cognitieve stoornissen
kampte.


Meer nog: uit telefonieonderzoek bleek dat de twee schenkingen in minder dan een kwartiertje
beklonken waren. Speurders troffen ook een briefje aan waaruit bleek dat het verhoor van de vijf
betrokken figuren minutieus was voorbereid. De procureur sprak harde taal: “Er zijn grenzen aan
hebzucht. Een duivelszak raakt blijkbaar nooit gevuld.”


“Helder, ondanks haar leeftijd”


Vijf personen op de beklaagdenbank dus, onder wie Amélie D., de dochter van de toenmalige bazin van
het rusthuis én haar toenmalige man Michel V., een Brugse notaris, plus een collega-notaris uit
Waarschoot. Ze benadrukten dat Georgette D. ondanks haar hoge leeftijd nog goed bij de pinken was en
in de jaren voordien al tal van schenkingen deed. Volgens advocaat Luc Arnou schonk de hoogbejaarde
dame het geld “uit appreciatie”. “Achteraf hebben ze nog samen champagne gedronken in Seaflower.”
Volgens haar testament moest het grootste deel van het fortuin van Georgette nochtans naar diverse
dierenorganisaties gaan. Sommigen onder hen stelden zich burgerlijke partij, naast enkele familieleden.
De advocaten van de beklaagden stelden dat die dierenorganisaties ook ruim twee miljoen euro
ontvingen. “Probleem: ze willen ook de rest.”


Op 29 november gaat het proces verder."

 

Van Cauter Advocaten staat in dit dossier de verschillende dierenrechtenorganisaties bij.

 

Artikel in Het Nieuwsblad van 15 november 2021.

Foto © Het Nieuwsblad

Lees meer
De Standaard, 11 oktober 2021

Verwacht geen mirakel van de ‘Kazerne Dossin-kuur’

 

Joris Van Cauter betwijfelt of een verplicht bezoek aan Kazerne Dossin mensen die de antidiscriminatiewetgeving overtreden op andere gedachten zal brengen.

 

Opiniestuk van Joris Van Cauter in De Standaard van 11 oktober 2021:

 

https://www.standaard.be/cnt/dmf20211010_97656938?utm_source=standaard&utm_medium=social&utm_campaign=send-to-a-friend

 

Foto © Franky Verdickt

Lees meer

Wij gebruiken cookies

Door deze website te gebruiken, aanvaardt u de cookies. Voor meer informatie, zie ons privacy- en cookiesbeleid