Canvas, 3 september 2020

Joris Van Cauter in De Afspraak over trial by media

“Het Reuzegomdossier, de zaak Chovanec: de media zit er bovenop. Wat is er gebeurd met principes als het vermoeden van onschuld en het geheim van het onderzoek, vraagt strafpleiter Joris Van Cauter zich af. Volgens de advocaat is trial by media nooit onschuldig.”

Interview van 3 september 2020 in De Afspraak op Canvas:

https://www.vrt.be/vrtnu/a-z/de-afspraak/2020/de-afspraak-d20200903/

Lees meer
DS, 2 september 2020

Trial by media is nooit onschuldig

Wat is er gebeurd met principes als het vermoeden van onschuld en het geheim van het onderzoek? Dat niemand zich daar nog aan houdt, stuit Joris Van Cauter tegen de borst.

Au Pilori (‘De schandpaal’) was een virulent antisemitische collaboratiekrant die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Parijs werd uitgegeven. De ondertitel luidde ‘Hebdomadaire de combat pour la défense des intérêts français’. Onderzoeksjournalistiek was erg belangrijk voor die krant. Zo onthulde ze in haar kolommen de namen van Joden, of de namen van wie Joodse sympathieën had. In ieder geval dekte de vlag de lading: burgers werden aan de schandpaal geschreven.

Het heimwee dat de titel van de Parijse krant verraadt naar middeleeuwse praktijken, is nooit verdwenen. Het digitale tijdperk heeft met naming and shaming een schandpaal 2.0 ontwikkeld, die vele malen efficiënter en dodelijker is.

Het moderne strafprocesrecht beoogde een baken te zijn tegen de instant volksbestraffingen zonder onderzoek, zonder proces. Zo zijn principes ontstaan als het vermoeden van onschuld, het geheim van het onderzoek, het recht van verdediging, het recht op een eerlijk proces en de scheiding der machten. Het zijn begrippen die hun waarde volledig verloren lijken te hebben.

Journalisten storen zich daar al lang niet meer aan. Onderzoeksjournalistiek in Vlaanderen is er niet op gericht om feiten te onthullen die het gerecht niet blootlegt. Dat kost allicht te veel tijd en moeite. Misschien is er ook geen geld voor? Het is in ieder geval gemakkelijker om te proberen de hand te leggen op een deel van het strafdossier en op basis daarvan een scoop te brengen.

Daar is eigenlijk niets onthullends aan. Het brengt alleen bepaalde ‘feiten’ een beetje sneller. Normaal zou je ze pas vernemen op de openbare terechtzittingen. Bovendien is het fundamenteel oneerlijk: zo wordt altijd een verdraaid, half of zelfs volledig fout beeld van de feiten opgehangen. De bron van de journalist is meestal partij in de procedure en heeft belang bij het lek en de sfeer die op die manier ontstaat. Trial by media is nooit onschuldig. De bron wordt nooit kritisch benaderd. Je bijt niet in de hand die je voedt.

Dit soort journalistiek creëert een gevaarlijk klimaat. Dat blijkt ontegensprekelijk uit twee hot items: het Reuzegomdossier en de zaak-Chovanek.

‘Rijkeluiskindjes’

In het eerste dossier achtte de krant De Morgen het noodzakelijk om de ouders te identificeren van de studenten die deel uitmaakten van de studentenclub Reuzegom. Ook die moesten gestraft worden. De volkswoede is dermate opgepookt dat ook politici de pedalen verliezen. Scoren op basis van de volkswoede is niet moeilijk. Je kunt het de jonge parlementair die er zich schuldig aan maakt, vergeven. Van een minister verwacht je toch meer bedachtzaamheid. Maar je krijgt het tegendeel.

De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Zuhal Demir (N- VA), vond het nodig om een opiniestuk te wijden aan de feiten, die nog in een onderzoeksfase zitten. De minister noemt de verdachten ‘rotverwende rijkeluiskindjes die nooit eerder in hun leven hebben gewerkt en voor al hun stommiteiten konden terugvallen op papa’s en mama’s netwerk en portefeuille’. Een minister van Justitie die zelfs niet beseft welke grens ze daarmee overschrijdt, zou beter ontslag nemen. Tekenend voor dit klimaat is dat niemand daar een probleem van maakt. Voor al wie de moderne rechtsstaat een beetje genegen is, is dat een knipperlicht.

Dolgedraaide inquisiteur

Dat journalisten van (zelfverklaarde) kwaliteitskranten en ministers belangrijke rechtsbeginselen aan hun laars lappen, is geen nieuws. Verontrustender is dat ook advocaten lijken te gedijen in deze tijdgeest en wheelen en dealen met journalisten, goed wetende dat schendingen van het geheim van het onderzoek bijna nooit bestraft worden.

De ordes kijken schijnbaar machteloos toe naar voor de camera uit de biecht klappende raadslieden of advocaten die zich opwerpen als deskundigen bij dossiers die ze nooit gelezen hebben. Het verhindert hen niet te spreken over ‘een bende doders’ en op te roepen om de
procureur en de onderzoeksrechter belast met het dossier-Chovanek op te pakken. Immanente gerechtigheid van een dolgedraaide inquisiteur, zou je denken.

Advocaat Hans Rieder, voorheen een heraut van het recht van verdediging, vond het in De Ochtend van 1 september zelfs een schande dat de gezichten van de verdachte agenten nog niet in de krant hadden gestaan. Naming and shaming, dat is ook de taak van de strafpleiter geworden. Tot hij eens aan de andere kant staat, dan zal dat wel vergeten zijn. Maar wie herinnert hem daar dan nog aan? Ondertussen hebben we toch lekker mee gesurft op de golven van verontwaardiging. Advocaten die ‘au pilori’ roepen, dan is Donald Trump zeer nabij.

Lees meer
2 september 2020

Eedaflegging Julie Lenaerts

Julie Lenaerts legt eed af als advocaat voor het Hof van Beroep te Gent op 2 september 2020.

Lees meer
HLN, 22 mei 2020

“Gezond verstand als excuus voor een slechte wetgeving: zo werkt het niet”

Lees meer
18 mei 2020

Van Cauter Advocaten verwelkomt Gaëlle De Reu

Gaëlle De Reu behaalde in 2015 haar diploma van master in de rechten aan de Universiteit van Gent.

Reeds tijdens haar studies toonde zij interesse voor de materie van het straf- en strafprocesrecht.

Zo liep ze stage bij het parket van de procureur des Konings te Gent en bij Advocatenkantoor Piet Van Eeckhaut. Ook schreef ze haar masterproef over de legalisering van cannabis (“De legalisering van cannabis: een vergelijking van het Nederlands gedoogbeleid met de legalisering in Colorado en Washington State”)

Haar baliestage, onder het stagemeesterschap van mr. Dirk Van de Gehuchte (Portelio), leidde haar uiteindelijk naar het ondernemingsrecht en het insolventierecht. Een specialisatie die ook tot uiting kwam in publicaties zoals Artikelsgewijze Commentaar Handels- en Economisch Recht.

Vandaag wil ze op het kantoor Van Cauter Advocaten haar grondige kennis van het ondernemingsrecht combineren met haar passie voor het strafrecht.

Vanaf 15 mei 2020 is het team Van Cauter Advocaten dan ook versterkt met een gedreven advocate in het ondernemingsstrafrecht.

Lees meer
DS, 8 mei 2020

De theorie van het menselijke afval

Joris Van Cauter stelt zich enkele vragen bij wat het gerecht doet, en vooral: bij wat het niet doet. Waarom is er in ons land nog geen onderzoek naar de woonzorgcentra?

JORIS VAN CAUTER

Wie? Advocaat.

Wat? Onze rechtsstaat zal corona heus overleven, maar sommige verontrustende tendensen zetten zich nu wel sneller door.

Als mensen sterven, zijn juridische beschouwingen niet op hun plaats, al is het maar vanuit een zekere ‘emotionele correctheid’. Het coronavirus veroorzaakte de voorbije weken in de media een compassion sans limite waaraan moeilijk te ontsnappen viel. We voelden allemaal mee met de mensen in de zorg. We voelden ons allemaal slachtoffer.

Daar is op zich niet zoveel mis mee. Het leidde ertoe dat we de regels die ons werden aangereikt (of opgelegd) naleefden. Daardoor konden we mensen redden, inclusief onszelf. We hebben ze nageleefd. We hebben de curve zien stijgen, en nu, eindelijk, zien we ze dalen. Nu het stof een beetje gaan liggen is, kunnen we de vraag wel stellen: wat is de impact van corona op de gezondheid van onze justitie?

Is de rechtsstaat werkelijk in gevaar doordat er noodwetgeving is? Ik denk het niet. De Franse schrijver Michel Houellebecq gelooft niet dat de wereld zal veranderen na de corona­crisis (DS 5 mei). We worden niet beroofd van rechten en vrijheden die we voordien wel nog hadden. De stelling-Houellebecq blijft ook op juridisch vlak overeind: covid-19 maakt alleen dat enkele tendensen die al jaren bezig zijn, versnellen, of iets meer uit de verf komen.

Bancontact-justitie

Zo is er de tendens om de burger GAS-boetes te geven. Voor uiteenlopend onwenselijk gedrag, waarop het klassieke strafrecht een onvoldoende effectief antwoord heeft, kan een GAS-ambtenaar gemeentelijke administratieve sancties opleggen. Ook aan mensen die de coronamaat­regelen overtreden.

De rechtsstatelijke basis van dat systeem is wankel. Dat weet de wetgever maar al te goed. Het cynische is net dat de wetgever weet dat het bijna nooit tot een betwisting komt. Voor wie onterecht een boete krijgt, is het sop de kool niet waard: de rechtsgang om de boete te betwisten, is duurder dan de boete zelf. Het resultaat is dat de boetes bijna nooit worden betwist. Ambtenaren kunnen ze dan ook vrijelijk en ongecontroleerd uitschrijven. De eventuele prinzipienreiter is in ieder geval in zijn portemonnee gepakt, dat zal misschien impact hebben. Maar het systeem is juridisch kaduuk en fundamenteel ondemocratisch.

Het laatste idee van de voorzitter van het college van procureurs-generaal is om de boetes die de politie uitschrijft op dezelfde manier als GAS-boetes af te handelen. Wie er zich niet tegen verzet via een procedure voor de politierechtbank, zou de boete op zijn belastingbrief zien staan. Een bedenkelijke overdracht van het strafrecht naar het fiscaal recht, met discriminerende gevolgen. Uiteindelijk zullen alleen de mensen die al effectief financieel bijdragen aan de maatschappij de boete betalen. Straatboefjes zal je er niet mee op andere gedachten brengen. Een gelegenheidscoalitie van Groen, Ecolo, de PVDA en de N-VA heeft dat idee gisteren – voorlopig – tegengehouden in de Kamercommissie Justitie.

Dat de procureurs-generaal zich schijnbaar kunnen vinden in deze bancontact-justitie roept ernstige vragen op. Komt dit soort boetes de volksgezondheid werkelijk ten goede? Ligt de grootste strafrechtelijke verantwoordelijkheid op het niveau van de straat?

Schuldig verzuim?

België telt inmiddels meer dan 8.000 covid-19-doden. Meer dan de helft daarvan is overleden in een woonzorgcentrum. Dat de mortaliteit bij ouderen hoger ligt, is niet de enige verklaring daarvoor. Een blinde kan zien dat er fouten zijn gemaakt. Er is fout of niet gehandeld. Met veel doden tot gevolg. In welke mate kun je niet-handelen schuldig verzuim noemen? Op die vraag wil ik graag een antwoord krijgen.

In Duitsland, Spanje en Italië heeft het gerecht na klachten van het personeel, de vakbonden en nabestaanden, onderzoeken opgestart naar de woonzorgcentra. Het onderzoekt of ze voldoende veiligheidsmaatregelen hebben genomen, of ze ziek of besmet(telijk) personeel hebben doen werken, en of iedereen wel aangepaste medische zorg heeft gekregen.

Hoeveel zieke mensen uit een woonzorgcentrum worden in een ziekenhuis opgenomen? Niet zoveel, vrees ik. Ook al waren er elke dag voldoende beschikbare bedden in de ziekenhuizen. Nochtans blijkt niet iedere oudere kansloos te zijn tegen het virus. Wie is verantwoordelijk voor die beslissing?

Over welke kennis beschikten de beleidsmakers toen ze bepaalde keuzes maakten? De GAS-boetes uitschrijvende ambtenaar zal het ons niet vertellen. Het college van procureurs-generaal voorlopig ook niet. De indruk bestaat dat bepaalde informatie een nogal tsjernobylachtige behandeling heeft gekregen. Zal hetzelfde gebeuren als tijdens de bankencrisis? Daar heeft ook iedereen de prijs voor betaald, met uitzondering van de schuldigen. Of vinden we de dood van meer dan 4.000 ouderen niet meer problematisch? Is onze compassie dan toch niet zo grenzeloos?

De vloeibare samenleving

Corona lijkt de theorie van Zygmunt Bauman te bevestigen. In wat hij de vloeibare samenleving noemde, is er menselijk afval. Een deel daarvan wordt verzameld in woonzorgcentra: daar verblijft wie nutteloos is en niets meer te bieden heeft voor de economie, niet nu en zeker niet in de toekomst. De ouderen zullen het land niet uit de postcoronadepressie trekken, zij zullen de productie niet meer opdrijven. Daarom zijn we beter af zonder hen.

Dat is niet nieuw. Alleen maakt ons strafrecht dat nu iets duidelijker, door te doen wat het doet, en vooral door niet te doen wat het zou moeten doen.

 

Opiniestuk van Joris Van Cauter in De Standaard van 8 mei 2020:

https://www.standaard.be/cnt/dmf20200507_04950042?utm_source=standaard&utm_medium=social&utm_campaign=send-to-a-friend

 

foto: © belga

Lees meer
5 mei 2020

Het Hof van Cassatie verduidelijkt het recht op bijstand van een advocaat

Een cliënt van het kantoor Van Cauter Advocaten werd het recht op bijstand van een advocaat ontzegd tijdens een verhoor op een ogenblik dat hij van zijn vrijheid beroofd was. De veroordeling die daarop volgde werd in een belangrijk arrest van het Hof van Cassatie van 5 mei 2020 verbroken.

Het Hof van Cassatie heeft zijn arrest van 5 mei 2020 duidelijk gemaakt dat een verdachte steeds recht heeft op juridische bijstand indien die persoon zich in een bijzonder kwetsbare positie bevindt.

Het recht op een eerlijk proces zoals gewaarborgd door de artikelen 6.1 en 6.3.c van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vereist dat aan een verdachte bijstand van een advocaat wordt verleend tijdens zijn verhoor door de politie indien hij zich in een bijzonder kwetsbare positie bevindt, wat onder meer het geval is wanneer hij van zijn vrijheid is beroofd. Het is daarbij zonder belang of die vrijheidsberoving een gevolg is van de feiten waarover hij wordt verhoord dan wel van andere feiten. Het is immers de vrijheidsberoving als dusdanig die een bijzonder kwetsbare positie impliceert.

Het Hof van Cassatie benadrukt hiermee nogmaals het belang van bijstand door een advocaat tijdens een politieverhoor.

Lees meer
HLN, 10 maart 2020

Proces sleepte te lang aan: trio niet bestraft voor verhandelen van cannabis en cocaïne

“Twee mannen uit Sint-Niklaas en een man uit Waasmunster krijgen dan toch geen straf voor het verhandelen van cannabis en cocaïne. De mannen kregen voor de rechtbank van Dendermonde eerder celstraffen en geldboetes, maar zien die straffen nu tenietgedaan. Volgens de rechters sleepte het proces te lang aan.”

Mr. Joris Van Cauter stond in deze procedure twee van de beklaagden bij.

Artikel in HLN van 10 maart 2020:

https://www.hln.be/in-de-buurt/waasmunster/proces-sleepte-te-lang-aan-trio-niet-bestraft-voor-verhandelen-van-cannabis-en-cocaine~acc38fb9/

Foto © EPA

Lees meer
DS, 18 februari 2020

Advocaat familie Tine Nys: ‘Gerechtigheid kan nog altijd in deze zaak’

“Joris Van Cauter, advocaat van de familie van Tine Nys, heeft in De Afspraak meer uitleg gegeven over het cassatieberoep in de euthanasiezaak. ‘Niemand wil een nieuw assisenproces. De familie wil wél gerechtigheid.’”

Artikel in De Standaard van 18 februari 2019:

https://www.standaard.be/cnt/dmf20200218_04854712 

Foto © Jimmy Kets

Lees meer

Wij gebruiken cookies

Door deze website te gebruiken, aanvaardt u de cookies. Voor meer informatie, zie ons privacy- en cookiesbeleid