Iedereen is rechter in het diepst van zijn ­gedachten

Opiniestuk

25 maart 2022

Iedereen is rechter in het diepst van zijn gedachten

Docenten communicatiewetenschappen hebben met de persvoorstelling van Marc Overmars door FC Antwerp een nieuw voorbeeld om ­studenten bij te brengen hoe het vooral niet moet. Dat er misschien vragen zouden komen over het recente ­MeToo-verleden, daar had men blijkbaar niet aan gedacht. Het was nochtans de zure appel waar het eerst doorheen moest worden gebeten.

Mocht het bestuur van de club daaromtrent een degelijke verantwoording hebben uitgewerkt, dan had de re-integratie van Overmars misschien een kans ­gemaakt. Vandaag is het duidelijk dat men hem niet meer op het veld wil. Althans nu nog niet. De vraag naar hoe lang ­iemand op het strafbankje moet, wordt nu wel gesteld (DS 24 maart), maar het ­antwoord daarop is niet evident.

Cultuur van excuses

Een juridische benadering lijkt vandaag voor velen niet meer te volstaan. Vanuit een bepaald moreel oogpunt moeten mensen ook gestraft worden zonder dat daar een rechter aan te pas komt. De straf die ze opleggen, is de maatschappelijke uitsluiting. Dat er strafrechtelijk geen straf is of zal ­komen (in het geval van Overmars) of dat het vonnis werd ondergaan (in het geval van Bart De Pauw) is in dat ­opzicht van geen belang. Het blijft voor altijd een ethische plicht om die mensen te mijden en zeker geen rol van betekenis meer te laten spelen.

De enige kans op bevrijding ligt vreemd genoeg in een soort van joods-christelijke transactionele ­moraal. De dader moet dan ‘echte’ en het liefst publieke verontschuldigingen uiten. Enkel en alleen onder die voorwaarde maakt hij kans op vergeving en wederopname in de samen­leving. Excuses en spijt zijn publiek of zijn niet. Dat past uiteraard in een cultuur van excuses en vergeving.

Justitie heeft vanzelfsprekend niet op alle vragen een antwoord. En indien wel, dan komt dat antwoord vaak (te) laat. In het slechtste geval is het een molen die iedereen – daders zowel als slachtoffers – beschadigt. Denk maar aan de zaak-De Pauw. Maar ‘overmor­a­­li­seren’ is minstens zo gevaarlijk als ‘overjuridiseren’. Het risico bestaat ­immers dat het nooit stopt. In de zaak-Overmars was hier en daar te horen dat hij niet bepaalt of en wanneer de bladzijde kan worden omgeslagen. Dat is juist. Het alternatief dat naar ­voren werd geschoven, dat het aan de slachtoffers is om te bepalen wanneer een bladzijde kan worden omgeslagen, is even fout. Geen van beiden moet de straf bepalen.

Is het met het verdwijnen van onze kennis over klassieke cultuur dat die les uit de Oresteia in de vergetelheid is geraakt? Aeschylus beschrijft daarin de bevrijding van het privédomein. Het recht neemt de private, en nooit eindigende beslechting van geschillen over. Er ontstaat een verticale verhouding ten aanzien van de wet. ­Aeschylus laat zien hoe dat toelaat dat de focus verandert. De vernietiging van de ander, de bloedwraak van de Furiën, brengt geen werkelijke oplossing. De Furiën veranderen in Eumeniden (welwillenden) en worden op die manier een instrument van voorspoed en gerechtigheid.

Moralisme alom

Wanneer het gevoel ontstaat dat het recht tekortschiet, ontstaat uiteraard de neiging naar eigenrichting. Iedereen is rechter in het diepst van zijn ­gedachten. Gerechtigheid geschiedt weer horizontaal.

We moeten allemaal samen die of die veroordelen, uitsluiten of niet meer aan bod laten komen. Moralisme alom in de cancelcultuur. Of slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag daarbij gebaat zijn, is maar de vraag.

Een uitwas van die cultuur was ­recent nog aan de orde bij de verontwaardiging die ontstond naar aanleiding van de VRT-fictiereeks Twee ­zomers. De makers werd in essentie een gebrek aan moralisme verweten. Een verhaal moet vandaag de juiste boodschap brengen. En die moet voldoende duidelijk zijn. Want feiten ­gewoon beschrijvend brengen, zou als het ­ware aanzetten tot amoraliteit.

De hetze deed me denken aan het proces- Madame Bovary, de correctionele zaak waarin Gustave Flaubert op 31 januari 1857 werd vervolgd voor zijn onzedelijke boek Madame Bovary. Het overspel van madame ­Bovary werd alleen maar beschreven en er was geen verteller die er bij zei dat dit afkeurenswaardig was.

Gelukkig had Flaubert een goede advocaat die de rechters overtuigde met de rede­nering dat haar zelfmoord aan het einde van het boek wel een voldoende les ­inhield. Flaubert werd vrijgesproken. Toch even nadenken vooraleer we veroordelen. Binnen, maar vooral buiten de rechtbank.

 

Opinie in De Standaard van 25 maart 2022:

https://www.demorgen.be/binnenland/advocaat-joris-van-cauter-de-metoo-slinger-slaat-door-anonieme-beulen-zijn-aan-de-macht-be74c2ea/

Foto © afp

Laatste publicaties

De Standaard, 2 april 2024

Lessen uit een proces dat justitie heel graag wou

Justitie trad snel en doortastend op in de zaak tegen Bart De Pauw, stelt Joris Van Cauter vast. Een schoolvoorbeeld van klassenjustitie. Tot een catharsis heeft het niet geleid.

“Het proces dat niemand wou” is een proces dat, als je het nader bekijkt, velen heel graag wilden. Niet het minst justitie zelf. Het is een schoolvoorbeeld van klassenjustitie. En niemand schijnt dat te zien. Belaging en het creëren van een elektronische overlast zijn veelvoorkomende ‘relationele’ misdrijven. Het zal wel koelen zonder blazen, is de basishouding van justitie. Uit de praktijk blijkt dat de veelvuldige klachten van slachtoffers heel vaak zonder gevolg blijven. Af en toe, wanneer het leidt tot levensdelicten, met dramatische gevolgen. In de regel dien je als advocaat zelf naar de onderzoeksrechter te stappen vooraleer er iets gebeurt. En die onderzoeksrechter zit meestal niet te wachten op nog maar eens een uit de hand gelopen (v)echtscheiding.

Hoe anders ging het in de zaak-Bart De Pauw. Nog voor bij de politie één klacht gekend was, liet de procureur des Konings zelf een voorlopig proces-verbaal opstellen. Op 11 november nota bene. De procureur vatte diezelfde 11 november 2017 nog een onderzoeksrechter. Die laatste ging vervolgens over tot huiszoekingen en een telefoontap. Ook ging de onderzoeksrechter over tot het persoonlijk verhoren van alle betrokken vrouwen en Bart De Pauw zelf. Voor het proces ten gronde werden op de rechtbank in Mechelen twee volledige dagen uitgetrokken.

Een “gewoon” slachtoffer van belaging of zelfs verkrachting krijgt in de regel de onderzoeksrechter niet te zien. Die heeft daar geen tijd voor. De verhoren zijn politiewerk. Een huiszoeking of telefoontap voor dit soort misdrijven is de absolute uitzondering. Wanneer het tot een proces komt, dan wordt het belagingszaakje op een goede 30 minuten afgehandeld samen met ongeveer twintig andere zaken dezelfde ochtend.

Eerlijk proces

Afgaande op de reacties van de betrokkenen is dit doortastend optreden van justitie geen succesverhaal. De oudste feiten dateren van meer dan 20 jaar geleden en tot op vandaag is van een catharsis geen sprake. Integendeel.

Met steun van velen uit de culturele wereld trekt de VRT nu drie weken de tijd uit om acht vrouwen hun verhaal te laten doen over het gedrag van Bart De Pauw. Een vijfsterrendocumentaire, volgens velen. Toch enkele bedenkingen. Net zoals in Godvergeten wordt een verhaal gebracht louter en alleen vanuit één kant. Anders dan in Godvergeten kreeg hier de andere zijde wel de kans om mee te werken. Dat werd geweigerd. Als kijker kun je dat betreuren maar als advocaat begrijp ik het. Meer nog, het is de enige juiste keuze. De opnamen vonden plaats tijdens het proces. Met de camera op schoot naar het proces. Begin als beklaagde maar eens op twee fronten te strijden. In Mechelen voor drie rechters, die na woord en wederwoord beslissen over schuld en straf. Je moet het hebben meegemaakt om te weten hoe ingrijpend het is. Maar er is altijd hoop.

Hoop op een eerlijk proces. Daar gaven de rechters blijk van in hun vonnis dat begint met de verklaringen van alle betrokkenen, vanwege de vrees dat in samenvattingen de nuances verloren dreigen te gaan. Hoop op een vrijspraak of ten minste op een straf op mensenmaat. Een straf die perspectief biedt, soms helend is en in ieder geval eindig. In het vonnis vinden we dat terug: de rechters stellen in hoofde van Bart De Pauw oprecht schuldbesef vast. Vandaar een straf met uitstel van tenuitvoerlegging.

 

Catch 22

Het andere front ligt op televisie. Voor heel Vlaanderen, en daar is er geen hoop. De juridische waarheid is hier minder van belang. Het gaat om iets anders. De reportagemaker van Het proces dat niemand wou wil de kijker iets leren: hoe gevaarlijk machtsrelaties kunnen zijn en welke impact dit kan hebben op wie er slachtoffer van is. Je bent als beklaagde het voorwerp van een les aan de kijker. Ja, de reportage zou zelfs deel moeten uitmaken van het lessenpakket.

Een gruwelijkere straf is moeilijk denkbaar. Generatie na generatie wordt geconfronteerd met jouw fouten. Maatschappelijk en familiaal ben je quasi dood. Deze straf kun je niet uitzitten, deze straf biedt geen enkel perspectief. Jouw schuld neemt ook geen einde met het betalen van de burgerlijke partijen. Die juridische benadering heeft plaatsgemaakt voor een moralistische benadering. Zonden kunnen vergeven worden na een gelaïciseerde publieke mediabiecht.

Dat de rechter heeft geoordeeld dat je aan jezelf hebt gewerkt en blijk hebt gegeven van oprecht schuldbesef is van geen tel. Het oordeel over schuldbesef en oprechtheid komt niet aan de rechter toe maar aan het volk. Daarom moet je nog eens op het scherm door het zand gaan en excuses aanbieden. Voor waar je schuldig aan bevonden bent. En ook voor waar je niet schuldig aan bent. Er zijn immers altijd wat fouten die juridisch helaas de dans hebben ontsprongen. Die excuses worden vervolgens gewogen door enkele mediarechters op hun oprechtheid en zo kan de genade van het volk terug over jou komen.

Enig probleem is dat tot vandaag nog niemand geslaagd is in deze beproeving: wie zich hieraan waagt beoogt uiteindelijk altijd eigenbelang en dan kunnen excuses natuurlijk niet oprecht zijn. Dat is de catch 22 van de mediabiecht. Het proces dat echt nog altijd niemand wil, is van een andere aard. Dat vergt een ander onderzoek. Met name hoe het komt dat diegenen die vandaag het hardst zijn in hun veroordeling gisteren het hevigst in hun lofbetuigingen. Een oud zeer. En passend bij de tijd van het jaar: hoe weinig tijd er is tussen Palmzondag en Goede Vrijdag.

 

Artikel uit De Standaard, 02/04/2024

Foto: © belga

Lees meer
De Standaard, 25 januari 2024

Wrakingen, persoonlijke aanvallen op rechters: justitie moet zich bezinnen voor het te laat is

Je moet geloven in justitie om erin te kunnen functioneren. Dat vertrouwen is helaas helemaal zoek, waardoor het rechtssysteem alle geloofwaardigheid dreigt te verliezen.

Lees het volledige opiniestuk via volgende link: https://www.standaard.be/cnt/dmf20240124_97009827

Lees meer
Het Nieuwsblad, 23 januari 2024

Man die ‘hielp’ bij afhandeling van erfenis veroordeeld voor oplichting

WAASMUNSTER / LEBBEKE - 

F.S., een man uit Lebbeke, kreeg van de Dendermondse rechtbank een voorwaardelijke celstraf opgelegd en een boete van 4.000 euro voor het oplichten van een oudere vrouw uit Waasmunster. “Ze werd omsingeld door aasgieren die uit waren op de erfenis van haar man. Hij was daar één van”, sprak haar advocaat Joris Van Cauter tijdens het proces.

De man van een 75-jarige vrouw kwam in 2012 te overlijden. Twaalf jaar later is de afhandeling van de nalatenschap nog steeds niet rond.

“Vooral de dochter van de man probeert de zaak op de lange baan te schuiven. Ze heeft schulden en de banken staan klaar om beslag te leggen op de erfenis”, sprak de advocaat van het slachtoffer. “Sinds het overlijden wordt zijn weduwe omsingeld door aasgieren die beloven de erfeniskwestie rond te krijgen en daar zelf ook een graantje van mee te pikken.”

Volgens de advocaat was de beklaagde één van die zogezegde aasgieren. F.S. maakte de afspraak met de beklaagde om via zijn advocaten schot in de zaak te krijgen. In ruil vroeg hij 7,5 procent van de erfenis.

“Hij dacht aan een quick win, maar merkte al snel dat het dossier muurvast zat”, pleitte Van Cauter. “Hij gooide het dan maar over een andere boeg en probeerde haar op te lichten met een bijkomende overeenkomst waarbij ze zogezegd een lening kreeg om de kosten van zijn advocaat te betalen. ‘Louter boekhoudkundig’ maakte hij haar wijs.”

80.000 euro

Plots vroeg de beklaagde het zogezegde geleende geld terug. Geld dat ze volgens haar advocaat nooit had ontvangen. “Plots moest zij 80.000 euro aan hem betalen. Hij probeerde een oude, weerloze en kwetsbare vrouw op een bedrieglijke manier geld te ontfutselen”, aldus Van Cauter.

Volgens de verdediging van S. is er geen sprake van oplichting en werden de bedragen wel degelijk aan het slachtoffer gegeven.

De voorzitter oordeelde echter in het voordeel van het slachtoffer en veroordeelde S. tot een voorwaardelijke celstraf van vijftien maanden en een boete van 4.000 euro. Bovendien moet hij het slachtoffer een schadevergoeding van 2.500 euro betalen.

 

Artikel uit HET NIEUWSBLAD - 22/01/2024

Foto: © ANP

 

Lees meer

Wij gebruiken cookies

Door deze website te gebruiken, aanvaardt u de cookies. Voor meer informatie, zie ons privacy- en cookiesbeleid