Opiniestuk
"Van Joris Van Cauter mag Vlaams minister Van Justitie Zuhal Demir tweeten over een vonnis. Maar dan moet ze dat wel met kennis van zaken doen.
De Vlaamse minister van Justitie Zuhal Demir (N-VA) heeft getweet. Zoals eigen is aan het medium, ging dat niet gepaard met veel nuance. Ze bekritiseerde een rechter die een dronken verkrachter van een zwangere vrouw te laag zou hebben gestraft én de advocate van de dader, die haar cliënt een ‘doodgewone jongen’ zou hebben genoemd. Meer heeft een minister niet nodig om de krantenpagina’s een aantal dagen te beheersen. Het zal haar niet spijten. Grote woorden als ‘scheiding der machten’ in opiniestukken laten de man in de straat onberoerd, voor wie straffen te laag zijn en verkrachters geen doodgewone jongens.
De tweet van de minister is een vorm van volksmennerij. Dat is op zich kwalijk en verdient een gepast en ferm antwoord. Maar de reacties zijn te gratuit en te corporatistisch. De scheiding der machten zou betekenen dat de minister moet zwijgen, zowel over de rechter als over de advocaat. Die gedachte is gebaseerd op het naïeve idee dat de scheiding der machten iets absoluuts is. Maar zo heeft Montesquieu dat nooit bedoeld. De Fransman stond voor een spreiding van de overheidsfuncties over verschillende machten, om zo willekeur en machtswellust te vermijden.
Ook een advocaat kan zijn intellectuele eerlijkheid kwijtspelen wanneer hij van de ene naar de andere kant van de balie springt
In zijn Over de geest van de wetten, beschreef Montesquieu de 18de-eeuwse Britse grondwet als superieur, terwijl daar zeker geen sprake was van een absolute machtenscheiding. Het model dat we moeten verdedigen, is er een van een afstandelijke samenwerking en wederzijdse controle tussen de onderscheiden machten, een systeem van checks-and-balances. Daarin is er plaats voor machten die elkaar in evenwicht houden en in vraag stellen. Zo moeten rechters de kans hebben om oneerlijke of ongrondwettelijke wetten in vraag te stellen. In België kan het Grondwettelijk Hof wetten vernietigen, en kunnen de gewone rechters overheidsbesluiten buiten beschouwing laten.
Toeslagenaffaire
Nederland kent een veel striktere interpretatie van de scheiding der machten. Dat had onlangs nog desastreuze gevolgen voor duizenden gezinnen, die in de Toeslagenaffaire werden getroffen door een te volgzame rechtspraak, die op geen enkele manier de onbillijke wet in vraag heeft gesteld. Een kritische ingesteldheid van rechters tegenover de wetgever is toe te juichen, maar dan moeten ze ook zelf kritiek kunnen verdragen. Net zoals politici oefenen rechters een publiek ambt uit, met een directe weerslag op de samenleving. Het is democratisch en gezond dat de rechtspraak wordt geconfronteerd met wat leeft in de samenleving.
Hetzelfde kan ook van advocaten gezegd worden. De advocatuur moet vrij zijn en het pleidooi van de advocaat onschendbaar. De advocaat mag niet bevreesd zijn in zijn verdediging van om het even wie. En dat hij de ene dag optreedt voor een slachtoffer en de andere dag voor een dader, mag daarbij geen rol spelen. Dat wil nog niet zeggen dat zijn publieke uitspraken niet aan publieke kritiek onderhevig mogen zijn. En ook de advocaat kan al eens zijn intellectuele eerlijkheid kwijtspelen wanneer hij van de ene naar de andere kant van de balie springt.
Tekorten in jeugdzorg
Cruciaal is wel dat het gesprek tussen de verschillende staatsmachten respectvol gebeurt, dat het gaat om eerlijke kritiek, het liefst op het gepaste forum. En dat je spreekt met kennis van zaken. Als die kennis er niet is, dan is terughoudendheid op haar plaats. Daar wringt het schoentje. Demirs tweet is een snelle reactie op een online artikel. Als minister kun je niet beweren dat die onnadenkende emotionele uithaal je vergeven is, omdat je hebt gereageerd als mens, als vrouw of als moeder. Want zo tast je het vertrouwen in de rechtspraak aan, en breng je beetje bij beetje de rechtsstaat in gevaar. De oplossing daarvoor is niet dat ze verplicht is te zwijgen. Spreken mag, maar anders dan voor gewone burgers, alleen met kennis van zaken.
Tot slot: wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien. Het ontstellende gebrek aan capaciteit om daders van misdrijven op te volgen, de gebrekkige strafuitvoering en de schrijnende tekorten in de jeugdzorg en het jeugdsanctierecht zijn veel grotere problemen dan de vermeende lage strafmaat. En raad eens wie daarvoor mee politiek verantwoordelijk is."
Opinie in De Standaard van 11 april 2022:
Afbeelding © Lectrr