Wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien

Opiniestuk

11 april 2022

"Van Joris Van Cauter mag Vlaams minister Van Justitie Zuhal Demir tweeten over een vonnis. Maar dan moet ze dat wel met kennis van zaken doen.

De Vlaamse minister van Justitie Zuhal Demir (N-VA) heeft getweet. Zoals eigen is aan het medium, ging dat niet gepaard met veel nuance. Ze bekritiseerde een rechter die een dronken verkrachter van een zwangere vrouw te laag zou hebben gestraft én de advocate van de dader, die haar cliënt een ‘doodgewone jongen’ zou hebben genoemd. Meer heeft een minister niet nodig om de krantenpagina’s een aantal dagen te beheersen. Het zal haar niet spijten. Grote woorden als ‘scheiding der machten’ in opiniestukken laten de man in de straat onberoerd, voor wie straffen te laag zijn en verkrachters geen doodgewone jongens.

De tweet van de minister is een vorm van volksmennerij. Dat is op zich kwalijk en verdient een gepast en ferm antwoord. Maar de reacties zijn te gratuit en te corporatistisch. De scheiding der machten zou betekenen dat de minister moet zwijgen, zowel over de rechter als over de advocaat. Die gedachte is gebaseerd op het naïeve idee dat de scheiding der machten iets absoluuts is. Maar zo heeft Montesquieu dat nooit bedoeld. De Fransman stond voor een spreiding van de overheidsfuncties over verschillende machten, om zo willekeur en machtswellust te vermijden.

Ook een advocaat kan zijn intellectuele eerlijkheid kwijtspelen wanneer hij van de ene naar de andere kant van de balie springt

In zijn Over de geest van de wetten, beschreef Montesquieu de 18de-eeuwse Britse grondwet als superieur, terwijl daar zeker geen sprake was van een absolute machtenscheiding. Het model dat we moeten verdedigen, is er een van een afstandelijke samenwerking en wederzijdse controle tussen de onderscheiden machten, een systeem van checks-and-balances. Daarin is er plaats voor machten die elkaar in evenwicht houden en in vraag stellen. Zo moeten rechters de kans hebben om oneerlijke of ongrondwettelijke wetten in vraag te stellen. In België kan het Grondwettelijk Hof wetten vernietigen, en kunnen de gewone rechters overheids­besluiten buiten beschouwing laten.

Toeslagenaffaire

Nederland kent een veel striktere interpretatie van de scheiding der machten. Dat had onlangs nog desastreuze gevolgen voor duizenden gezinnen, die in de Toeslagenaffaire werden getroffen door een te volg­zame rechtspraak, die op geen enkele manier de onbillijke wet in vraag heeft gesteld. Een kritische ingesteldheid van rechters tegenover de wetgever is toe te juichen, maar dan moeten ze ook zelf kritiek kunnen verdragen. Net zoals politici oefenen rechters een publiek ambt uit, met een directe weerslag op de samenleving. Het is democratisch en gezond dat de rechtspraak wordt geconfronteerd met wat leeft in de samenleving.

Hetzelfde kan ook van advocaten gezegd worden. De advocatuur moet vrij zijn en het pleidooi van de advocaat onschendbaar. De advocaat mag niet bevreesd zijn in zijn verdediging van om het even wie. En dat hij de ene dag optreedt voor een slachtoffer en de andere dag voor een dader, mag daarbij geen rol spelen. Dat wil nog niet zeggen dat zijn publieke uitspraken niet aan publieke kritiek onderhevig mogen zijn. En ook de advocaat kan al eens zijn intellectuele eerlijkheid kwijtspelen wanneer hij van de ene naar de andere kant van de balie springt.

Tekorten in jeugdzorg

Cruciaal is wel dat het gesprek tussen de verschillende staatsmachten respectvol gebeurt, dat het gaat om eerlijke kritiek, het liefst op het gepaste forum. En dat je spreekt met kennis van zaken. Als die kennis er niet is, dan is terughoudendheid op haar plaats. Daar wringt het schoentje. Demirs tweet is een snelle reactie op een online artikel. Als minister kun je niet beweren dat die onnadenkende emotionele uithaal je vergeven is, omdat je hebt gereageerd als mens, als vrouw of als moeder. Want zo tast je het vertrouwen in de rechtspraak aan, en breng je beetje bij beetje de rechtsstaat in gevaar. De oplossing daarvoor is niet dat ze verplicht is te zwijgen. Spreken mag, maar anders dan voor gewone burgers, alleen met kennis van zaken.

Tot slot: wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen gooien. Het ontstellende gebrek aan capaciteit om daders van misdrijven op te volgen, de gebrekkige strafuitvoering en de schrijnende tekorten in de jeugdzorg en het jeugdsanctierecht zijn veel grotere problemen dan de vermeende lage strafmaat. En raad eens wie daarvoor mee politiek verantwoordelijk is."

 

Opinie in De Standaard van 11 april 2022:

https://www.standaard.be/cnt/dmf20220410_97734715?utm_source=standaard&utm_medium=social&utm_campaign=send-to-a-friend

Afbeelding © Lectrr

Laatste publicaties

De Standaard, 2 april 2024

Lessen uit een proces dat justitie heel graag wou

Justitie trad snel en doortastend op in de zaak tegen Bart De Pauw, stelt Joris Van Cauter vast. Een schoolvoorbeeld van klassenjustitie. Tot een catharsis heeft het niet geleid.

“Het proces dat niemand wou” is een proces dat, als je het nader bekijkt, velen heel graag wilden. Niet het minst justitie zelf. Het is een schoolvoorbeeld van klassenjustitie. En niemand schijnt dat te zien. Belaging en het creëren van een elektronische overlast zijn veelvoorkomende ‘relationele’ misdrijven. Het zal wel koelen zonder blazen, is de basishouding van justitie. Uit de praktijk blijkt dat de veelvuldige klachten van slachtoffers heel vaak zonder gevolg blijven. Af en toe, wanneer het leidt tot levensdelicten, met dramatische gevolgen. In de regel dien je als advocaat zelf naar de onderzoeksrechter te stappen vooraleer er iets gebeurt. En die onderzoeksrechter zit meestal niet te wachten op nog maar eens een uit de hand gelopen (v)echtscheiding.

Hoe anders ging het in de zaak-Bart De Pauw. Nog voor bij de politie één klacht gekend was, liet de procureur des Konings zelf een voorlopig proces-verbaal opstellen. Op 11 november nota bene. De procureur vatte diezelfde 11 november 2017 nog een onderzoeksrechter. Die laatste ging vervolgens over tot huiszoekingen en een telefoontap. Ook ging de onderzoeksrechter over tot het persoonlijk verhoren van alle betrokken vrouwen en Bart De Pauw zelf. Voor het proces ten gronde werden op de rechtbank in Mechelen twee volledige dagen uitgetrokken.

Een “gewoon” slachtoffer van belaging of zelfs verkrachting krijgt in de regel de onderzoeksrechter niet te zien. Die heeft daar geen tijd voor. De verhoren zijn politiewerk. Een huiszoeking of telefoontap voor dit soort misdrijven is de absolute uitzondering. Wanneer het tot een proces komt, dan wordt het belagingszaakje op een goede 30 minuten afgehandeld samen met ongeveer twintig andere zaken dezelfde ochtend.

Eerlijk proces

Afgaande op de reacties van de betrokkenen is dit doortastend optreden van justitie geen succesverhaal. De oudste feiten dateren van meer dan 20 jaar geleden en tot op vandaag is van een catharsis geen sprake. Integendeel.

Met steun van velen uit de culturele wereld trekt de VRT nu drie weken de tijd uit om acht vrouwen hun verhaal te laten doen over het gedrag van Bart De Pauw. Een vijfsterrendocumentaire, volgens velen. Toch enkele bedenkingen. Net zoals in Godvergeten wordt een verhaal gebracht louter en alleen vanuit één kant. Anders dan in Godvergeten kreeg hier de andere zijde wel de kans om mee te werken. Dat werd geweigerd. Als kijker kun je dat betreuren maar als advocaat begrijp ik het. Meer nog, het is de enige juiste keuze. De opnamen vonden plaats tijdens het proces. Met de camera op schoot naar het proces. Begin als beklaagde maar eens op twee fronten te strijden. In Mechelen voor drie rechters, die na woord en wederwoord beslissen over schuld en straf. Je moet het hebben meegemaakt om te weten hoe ingrijpend het is. Maar er is altijd hoop.

Hoop op een eerlijk proces. Daar gaven de rechters blijk van in hun vonnis dat begint met de verklaringen van alle betrokkenen, vanwege de vrees dat in samenvattingen de nuances verloren dreigen te gaan. Hoop op een vrijspraak of ten minste op een straf op mensenmaat. Een straf die perspectief biedt, soms helend is en in ieder geval eindig. In het vonnis vinden we dat terug: de rechters stellen in hoofde van Bart De Pauw oprecht schuldbesef vast. Vandaar een straf met uitstel van tenuitvoerlegging.

 

Catch 22

Het andere front ligt op televisie. Voor heel Vlaanderen, en daar is er geen hoop. De juridische waarheid is hier minder van belang. Het gaat om iets anders. De reportagemaker van Het proces dat niemand wou wil de kijker iets leren: hoe gevaarlijk machtsrelaties kunnen zijn en welke impact dit kan hebben op wie er slachtoffer van is. Je bent als beklaagde het voorwerp van een les aan de kijker. Ja, de reportage zou zelfs deel moeten uitmaken van het lessenpakket.

Een gruwelijkere straf is moeilijk denkbaar. Generatie na generatie wordt geconfronteerd met jouw fouten. Maatschappelijk en familiaal ben je quasi dood. Deze straf kun je niet uitzitten, deze straf biedt geen enkel perspectief. Jouw schuld neemt ook geen einde met het betalen van de burgerlijke partijen. Die juridische benadering heeft plaatsgemaakt voor een moralistische benadering. Zonden kunnen vergeven worden na een gelaïciseerde publieke mediabiecht.

Dat de rechter heeft geoordeeld dat je aan jezelf hebt gewerkt en blijk hebt gegeven van oprecht schuldbesef is van geen tel. Het oordeel over schuldbesef en oprechtheid komt niet aan de rechter toe maar aan het volk. Daarom moet je nog eens op het scherm door het zand gaan en excuses aanbieden. Voor waar je schuldig aan bevonden bent. En ook voor waar je niet schuldig aan bent. Er zijn immers altijd wat fouten die juridisch helaas de dans hebben ontsprongen. Die excuses worden vervolgens gewogen door enkele mediarechters op hun oprechtheid en zo kan de genade van het volk terug over jou komen.

Enig probleem is dat tot vandaag nog niemand geslaagd is in deze beproeving: wie zich hieraan waagt beoogt uiteindelijk altijd eigenbelang en dan kunnen excuses natuurlijk niet oprecht zijn. Dat is de catch 22 van de mediabiecht. Het proces dat echt nog altijd niemand wil, is van een andere aard. Dat vergt een ander onderzoek. Met name hoe het komt dat diegenen die vandaag het hardst zijn in hun veroordeling gisteren het hevigst in hun lofbetuigingen. Een oud zeer. En passend bij de tijd van het jaar: hoe weinig tijd er is tussen Palmzondag en Goede Vrijdag.

 

Artikel uit De Standaard, 02/04/2024

Foto: © belga

Lees meer
De Standaard, 25 januari 2024

Wrakingen, persoonlijke aanvallen op rechters: justitie moet zich bezinnen voor het te laat is

Je moet geloven in justitie om erin te kunnen functioneren. Dat vertrouwen is helaas helemaal zoek, waardoor het rechtssysteem alle geloofwaardigheid dreigt te verliezen.

Lees het volledige opiniestuk via volgende link: https://www.standaard.be/cnt/dmf20240124_97009827

Lees meer
Het Nieuwsblad, 23 januari 2024

Man die ‘hielp’ bij afhandeling van erfenis veroordeeld voor oplichting

WAASMUNSTER / LEBBEKE - 

F.S., een man uit Lebbeke, kreeg van de Dendermondse rechtbank een voorwaardelijke celstraf opgelegd en een boete van 4.000 euro voor het oplichten van een oudere vrouw uit Waasmunster. “Ze werd omsingeld door aasgieren die uit waren op de erfenis van haar man. Hij was daar één van”, sprak haar advocaat Joris Van Cauter tijdens het proces.

De man van een 75-jarige vrouw kwam in 2012 te overlijden. Twaalf jaar later is de afhandeling van de nalatenschap nog steeds niet rond.

“Vooral de dochter van de man probeert de zaak op de lange baan te schuiven. Ze heeft schulden en de banken staan klaar om beslag te leggen op de erfenis”, sprak de advocaat van het slachtoffer. “Sinds het overlijden wordt zijn weduwe omsingeld door aasgieren die beloven de erfeniskwestie rond te krijgen en daar zelf ook een graantje van mee te pikken.”

Volgens de advocaat was de beklaagde één van die zogezegde aasgieren. F.S. maakte de afspraak met de beklaagde om via zijn advocaten schot in de zaak te krijgen. In ruil vroeg hij 7,5 procent van de erfenis.

“Hij dacht aan een quick win, maar merkte al snel dat het dossier muurvast zat”, pleitte Van Cauter. “Hij gooide het dan maar over een andere boeg en probeerde haar op te lichten met een bijkomende overeenkomst waarbij ze zogezegd een lening kreeg om de kosten van zijn advocaat te betalen. ‘Louter boekhoudkundig’ maakte hij haar wijs.”

80.000 euro

Plots vroeg de beklaagde het zogezegde geleende geld terug. Geld dat ze volgens haar advocaat nooit had ontvangen. “Plots moest zij 80.000 euro aan hem betalen. Hij probeerde een oude, weerloze en kwetsbare vrouw op een bedrieglijke manier geld te ontfutselen”, aldus Van Cauter.

Volgens de verdediging van S. is er geen sprake van oplichting en werden de bedragen wel degelijk aan het slachtoffer gegeven.

De voorzitter oordeelde echter in het voordeel van het slachtoffer en veroordeelde S. tot een voorwaardelijke celstraf van vijftien maanden en een boete van 4.000 euro. Bovendien moet hij het slachtoffer een schadevergoeding van 2.500 euro betalen.

 

Artikel uit HET NIEUWSBLAD - 22/01/2024

Foto: © ANP

 

Lees meer

Wij gebruiken cookies

Door deze website te gebruiken, aanvaardt u de cookies. Voor meer informatie, zie ons privacy- en cookiesbeleid