P.22.1730.N, 4 april 2023

Antigoon wast niet altijd wit. Over onrechtmatig bewijs in de strafprocedure.

In een belangrijk arrest van 4 april 2023 heeft het Hof van Cassatie geoordeeld dat opzettelijk begane of daarmee gelijk te stellen onregelmatigheden die getuigen van een grove onachtzaamheid, principieel niet te verenigen zijn met de loyaliteit en de regelmatigheid van de bewijsgaring die in een rechtsstaat moeten kunnen worden verwacht van de vervolgende en opsporende instanties.

Bijgevolg is het recht op een eerlijk proces in de regel miskend en moet het onregelmatige bewijsmateriaal uit het debat worden geweerd wanneer de vermelde instanties een opzettelijke onregelmatigheid hebben begaan, dan wel een onregelmatigheid die getuigt van een grove onachtzaamheid, rekening houdend met alle concrete omstandigheden van de zaak, waaronder hun opdracht, hun handelwijze, de beschikbare informatie en hun normaal te verwachten kennis van de toepasselijke regelgeving ten tijde van het begaan van de onregelmatigheid.

Het is slechts anders wanneer de rechter vaststelt dat deze gevolgtrekking kennelijk onevenredig is met een of meer andere criteria die hij concreet toelicht, in het bijzonder de verhouding tussen de begane onregelmatigheid en de ernst en het belang van hetgeen op het spel staat.

In de zaak in kwestie ging het om een opsporingsonderzoek waarbij de verbalisanten zich door middel van een list toegang hadden verschaft tot een niet publiek toegankelijke plaats, goed wetende dat dit buiten de situatie van heterdaad niet toegelaten is.

Het Hof van Cassatie stelt in het arrest van 4 april 2023 duidelijk dat dergelijk optreden getuigt van een grove onzachtzaamheid die (in dit geval) moet leiden tot bewijsuitsluiting. 

 

Het arrest werd tevens gepubliceerd op de website van het Hof van Cassatie: 

https://hofvancassatie.be/old/pdf/ARRET_P_2022_1730_N.pdf

Mr. Joris Van Cauter en Mr. Karel De Meester stonden de eiser in cassatie bij in de procedure.

Lees meer
De Standaard, 15 maart 2023

Video’s met privégegevens van Reuzegommers doen de ronde op Tiktok: ‘Ik heb schrik voor omgekeerde klassenjustitie’

Tijdens de derde dag van het Reuzegom-proces sprak meester Joris Van Cauter, die S.P. (25), alias ‘Remork’, vertegenwoordigt, woensdagochtend over een ‘omgekeerde klassenstrijd’. Hij verwees naar filmpjes die de ronde deden op Tiktok.

Kort na de dood van Sanda Dia zijn volgens de advocaat privégegevens van de Reuzegommers gedeeld op sociale media. Zijn cliënt kreeg dreigtelefoons en scheldtelefoons. Maar ook zijn familie werd lastiggevallen. ‘Zijn vader is tandarts. ‘Een walgelijke behandeling bij die tandarts, want mijn mond moeten spoelen met visolie’ werd als review geschreven’, zei Van Cauter woensdagochtend in de rechtbank in Antwerpen. ‘De volkswoede nam het over.’

Ook het advocatenkantoor van Van Cauter kreeg commentaar. De advocaat zegt dat hij dat gemakkelijker van zich kan afzetten omdat het voor hem alleen op professioneel vlak is. Maar dat dat voor zijn cliënt niet zo gemakkelijk is.

Van Cauter zei dat hij begrijpt dat er een beweging is rond Justice For Sanda. En dat de mensen die zulke zaken doen, zoals de dreigtelefoons, ‘uitzonderingen’ zijn. ‘Maar het is luid. Er is maar één plaats voor Justice For Sanda. Dat is hier.’

Tiktok

Meester Van Cauter haalde woensdag ook uit naar de pers. ‘Men heeft de rechtsgang willen beïnvloeden. Men heeft de bestraffing zelf willen aanvatten. Door de verdachten aan de publieke schandpaal te hangen zonder dat ze één woord hebben kunnen zeggen. Men heeft ze willen brandmerken voordat ze hun proces hebben gekregen’, zegt hij.

De advocaat verwees ook naar filmpjes die vandaag opnieuw op Tiktok worden rondgestuurd met de privégegevens van de Reuzegommers. Hij zegt dat er gesproken wordt van een klassenjustitie of een rassenstrijd. ‘Daar is geen sprake van. Integendeel. Ik heb schrik voor iets anders. Ik heb schrik voor omgekeerde klassenjustitie. Het is geen gewone zaak. Niets is gewoon aan deze zaak. Het feit dat er hier twee mensen zitten voor het openbaar ministerie toont aan dat het geen gewone zaak is.’ De video’s zijn intussen offline gehaald.

 

Artikel uit De Standaard, 15/03/2023

Foto: Belga

Lees meer
Radio 1 - De Ochtend, 13 maart 2023

Proces Sanda Dia begint opnieuw: komt er ruim vier jaar na zijn dood een uitspraak?

In Antwerpen herbegint het proces over de dood van Sanda Dia. De student overleed in 2018 na een extreem doopritueel. Achttien leden van studentenclub Reuzegom staan terecht. Het proces was vorig jaar gestart in Hasselt, maar werd al na enkele dagen stilgelegd. De voorzitster van het proces zei dat ze alleen kon oordelen over de laatste dag van de doop, en niet over wat eraan voorafgegaan was. De familie van Sanda Dia is daartegen in beroep gegaan. Het proces in beroep begint vandaag. Caroline Van Den Berghe, justitiejournaliste, over wat we mogen verwachten.

Klik hier

 

Bron: Radio 1 - De Ochtend

Lees meer
HLN, 14 februari 2023

“Wie een scheef mondmasker strenger bestraft dan fraude of aanranding is aan bezinning toe”

In Gent wil het parket dat de celstraf voor een jongeman die zijn mondmasker twee jaar geleden niet correct droeg absoluut behouden blijft in beroep. “Die veroordeling was in 2021 al absurd, maar de volharding is in 2023 compleet gaga”, schrijft onderzoeksjournalist Jeroen Bossaert. “Niks mis met een gerecht dat streng is, maar wees dan consequent.”

Bij het parket van Gent zijn het beslist geen lachbekjes. Ze vorderen daar nog steeds de strengst mogelijke straffen voor onverlaten die het ooit aandurfden om hun mondmasker niet - of verkeerd - te dragen op de openbare weg. In de zaak van een 22-jarige man die in februari 2021 op heterdaad betrapt werd omdat hij zijn masker op zijn kin droeg, eiste de procureur vorige week dat de rechter een celstraf van twee maanden en een boete van 1.600 euro ook in beroep overeind zou houden. Advocaat Joris Van Cauter plaatste zijn verontwaardiging daarover op sociale media. Wat ons betreft terecht.

Was de oorspronkelijke veroordeling in de zomer van 2021 al absurd, dan is de volharding door het Gentse parket in februari 2023 compleet gaga. We weten al geruime tijd dat mondmaskers in open lucht weinig tot geen nut hebben. Edoch, binnen justitie zijn er die denken dat er nog steeds ‘signalen’ gestuurd moeten worden naar snoodaards die zo'n maskertje onder hun neus durfden laten zakken. De wet is de wet, meneer.

Buigzaam

Die houding zou je een parket of rechter eigenlijk niet kwalijk kunnen nemen. Ware het niet dat er in heel wat andere zaken van een harde of consequente lijn amper sprake is. Dan wordt de wet plots erg buigzaam of heet een misdaad geen prioriteit te zijn. Ontelbaar zijn de dossiers van frauduleuze faillissementen die door parketten simpelweg niet vervolgd worden. Zelfs als het om grote bedragen gaat. Bij andere parketten verdwijnt alles wat familiaal geweld, kindermishandeling of misbruik is dan weer verdacht snel in het sepot-vakje.

Ook rechters zwalpen al eens met hun straffen. Zo duiken er nog steeds zaken op waar verkrachters of aanranders een ‘opschorting van straf’ of een ‘celstraf met uitstel’ krijgen. Want och God, ze tonen berouw. Cru gezegd: je komt er in dit land soms makkelijker vanaf als je iemand opgelicht, in elkaar getimmerd of aangerand hebt, dan als je tijdens corona met een scheef mondmasker rondliep.

Bezinning

Iedereen die meedraait in een systeem waarin banaliteiten soms strenger en consequenter onderzocht en bestraft worden dan misdaden die echte slachtoffers maken, is aan bezinning toe. Er is al wat discussie geweest over de evaluatie van het corona-beleid en dan wordt vooral gekeken in de richting van wetenschappers, ambtenaren en politici, maar het kan geen kwaad dat externen zich ook eens buigen over hoe het gerecht is omgegaan met corona.

Niks belet parketten en rechtbanken ondertussen om intern de puntjes op de i te zetten en na te gaan hoe consequent iedereen opereert. Er is niks mis met een gerecht dat streng is, wel met eentje dat zonder duidelijke lijn streng is voor de één en mild voor de ander. Willekeur voedt wantrouwen.

Reactie van procureur-generaal Geert Merchiers namens het parket van Oost-Vlaanderen: “Lichtzinnige conclusies.”

Op Valentijnsdag bloedden vele harten binnen onze organisatie bij het lezen van bovenstaand opiniestuk.

De journalist uit negatieve kritiek over het corona beleid van het parket en poneert vervolgens stellingen, zonder enige onderbouwing dat je in onze maatschappij soms beter af bent als ‘aanrander, oplichter of als je iemand in elkaar timmert’. Waarop de journalist zich baseert om tot dergelijke uitlatingen te komen, is een raadsel. Evenmin werd moeite gedaan om informatie over de zaak te bekomen bij het parket. De opinie werd gevormd op basis van eenzijdig ingewonnen informatie. Het parket kan zich niet permitteren om op een dergelijke eenzijdige manier tot conclusies te komen.

En daarmee komen we tot een paar essentiële bedenkingen.

In de eerste plaats heeft het parket steeds de wetgeving toegepast die gemaakt was door de wetgevende macht. Als de verkozenen van het volk, in een bepaalde periode, bepaalde maatregelen nuttig achtten, gelet op de kennis die toen voorhanden was, dan is het onze taak om deze wetgeving toe te passen. De wetgeving inzake corona is talloze keren aangepast, telkens er een nieuwe fase in de pandemie aanbrak. Maar telkens was de consensus wel zeer duidelijk: we willen koste wat het kost de verdere verspreiding van de pandemie vermijden, en – omdat het niet anders kan – moet er ook streng opgetreden worden tegen degenen die menen de regels aan hun laars te moeten lappen. Deze enkelingen konden immers zorgen voor een sterke verspreiding van het virus, met eventuele dodelijke slachtoffers tot gevolg. Bij de gevolgverlening werd steeds in gradaties van vervolging gewerkt, zodat maatwerk werd afgeleverd. Daarbij was het uiteraard niet uitgesloten dat er in geval van recidive werd gedagvaard voor de politierechtbank. Een achterafinterpretering door het parket -buiten het coronatijdskader- is makkelijk en verleidelijk, maar doet weinig terzake.

Het opiniestuk is in die zin tegenstrijdig: er wordt gesproken over willekeur in wat vervolgd wordt en wat niet. Willekeur zou er pas in bestaan dat het parket de wetgeving zou gaan waarderen en op basis daarvan zou gaan oordelen dat bepaalde zaken toch niet meer vervolgenswaardig zijn.

In de tweede plaats wordt een vergelijking gemaakt met andere zaken, zoals faillissementen, of intrafamiliaal geweld, die niet vervolgd zouden worden. Voor zover een dergelijke vergelijking zin heeft en mogelijk is (aangezien deze diverse domeinen elk hun eigen specifieke kenmerken en afhandeling kennen), is de vergelijking volledig fout. De cijfers bewijzen het tegendeel. Het parket Oost-Vlaanderen heeft een heel sterk uitgebouwd beleid, waar bijvoorbeeld intrafamiliaal geweld en zedendelicten absolute prioriteit zijn.

Kan de werking van justitie beter? Ja, alles kan beter en dat is ook onze dagelijkse betrachting. Het parket Oost-Vlaanderen heeft in haar rangen talloze magistraten en medewerkers die gedreven, specialistisch, gemotiveerd, precies, en hardwerkend zijn. Hun core business is de afhandeling van de strafdossiers. Er wordt in ieder dossier gezocht naar de juiste maatschappelijke reactie rekening houdende én met de regelgeving, de belangen van de slachtoffers én de verdachte(n). Dat verklaart ook waarom dit opiniestuk velen van ons zo diep raakt. Want een indruk of een gevoel staat niet gelijk aan de realiteit. Hetgeen in het opiniestuk beschreven werd, staat niet gelijk aan de realiteit.

Tot slot: met de opmars van dictaturen in bepaalde landen, kan het geen kwaad om stil te staan bij en dankbaar te zijn voor het feit dat België nog steeds een rechtsstaat is. Elke actor binnen de rechtsstaat voert zijn taak uit in alle onafhankelijkheid. Ook kritiek van de pers moet zeker kunnen. Zo blijven we ook alert. Het is betreurenswaardig dat het opiniestuk voorbijging aan zoveel noodzakelijke nuance die er te brengen valt aan de werking van justitie.

Parket Oost-Vlaanderen (PdK Geert Merchiers)

 

Artikel uit HLN, 14 februari 2023

Foto: © Wannes Nimmegeers

Lees meer
7 februari 2023

De vraag tot teruggave van legale bestanden die zich op een computer bevinden

In een belangrijk arrest verduidelijkt het Hof van Cassatie dat de beklaagde naar aanleiding van de verbeurdverklaring van een informaticasysteem om de teruggave van legale digitale bestanden kan verzoeken die zich in dat informaticasysteem bevinden.

 

Vereist is dat de betrokkene de teruggave uitdrukkelijk vraagt, dat hij aantoont dat die vraag betrekking heeft op essentiële gegevens van persoonlijke of professionele aard waar hij zonder de teruggave geen toegang meer kan hebben, dat hij die gegevens en hun precieze locatie in het informaticasysteem of op de gegevensdrager aanduidt en dat hij zelf een gegevensdrager ter beschikking stelt waarop de gegevens kunnen worden gekopieerd. Bovendien moet het technisch en zonder onevenredige werklast mogelijk zijn de gevraagde gegevens te kopiëren.

 

Tekst van het arrest

Lees meer
De Juristenkrant, 25 januari 2023

Discussie over naaktfouilles op terreurproces: lakmoesproef voor fundamentele rechten

Op het terreurproces over de aanslagen van 22 maart 2016 werden de eerste weken in beslag genomen met discussies over de systematische naaktfouilles van de beschuldigen. De kortgedingrechter besliste dat die systematische naaktfouilles niet kunnen. De beslissing van de kortgedingrechter ligt in lijn met de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof. Tegen de beslissing is door de FOD Justitie hoger beroep ingesteld.

 

Een analyse door mr. Charlotte Kerckhofs en mr. Joris Van Cauter in De Juristenkrant van 25 januari 2023:

https://jura.kluwer.be/secure/showfile.aspx?originatingpage=resultlist&sourcetitel=KERCKHOFS%2c+C.%2c+VAN+CAUTER%2c+J.%2c+Discussie+over+naaktfouilles+op+terreurproces%3a+lakmoesproef+voor+fundamentele+rechten%2c+Juristenkrant+2023%2c+afl.+462%2c+5&sourceid=dn300242513&id=dx2714628.pdf&version=0#search=%20De%20juristenkrant%20terreurproces%20

 

Foto © Belgaimage

Lees meer
Het Laatste Nieuws, 16 januari 2023

Man die twee vingers van agent brak krijgt 1 jaar cel

Een man die twee vingers van een politie-inspecteur had gebroken is veroordeeld tot 1 jaar cel. Dat gebeurde toen de man zich hardhandig verzette tegen zijn arrestatie.

 

Op 19 augustus vocht een koppel bijna letterlijk een hoogoplopende ruzie uit op het parkeerterrein van een supermarkt in Sint-Pieters-Leeuw. De politie moest tussenkomen maar dit verzachtte de gemoederen allerminst. Toen de agenten ter plaatse kwamen bleef de man zich zo geagiteerd gedragen dat de inspecteurs besloten hem ter arresteren. Daarbij zagen ze hoe hij een pakje sigaretten in zijn hand vasthield, en toen één van de inspecteurs dat wilde afnemen, verzette de man zich zo hevig dat hij twee vingers van de inspecteur brak. “Meneer had nadien nog het lef om te beweren dat zijn arrestatie totaal overbodig was”, klonk het aan de zijde van het parketbij de behandeling van het dossier vorige maand. De rechter apprecieerde deze houding niet en gaf hem de gevorderde straf van 1 jaar cel. De man kwam niet opdagen voor de rechtbank en werd dan ook bij verstek veroordeeld.

Van Cauter Advocaten stond de twee betrokken politie-inspecteurs bij die zich in deze zaak burgerlijke partij hebben gesteld.

Artikel in Het Laatste Nieuws van 16 januari 2023:

https://www.hln.be/sint-pieters-leeuw/man-die-twee-vingers-van-agent-brak-krijgt-1-jaar-cel~a26f6c55/

Foto © Belga

 

 

 

Lees meer
Radio 1 - De Ochtend, 6 januari 2023

Joris Van Cauter over terreurproces: "Voorzitter is aan het bricoleren, ze had op voorhand moeten samenzitten"

Het botert niet, in het proces over de aanslagen, tussen politie en justitie. De voorbije dagen werd het proces beheerst door discussies over de naaktfouilles van beschuldigden. Had het anders gekund? Advocaat Joris Van Cauter vindt van wel. 

 

Beluister het volledige interview met mr. Van Cauter op onderstaande link:

https://radio1.be/luister/select/de-ochtend/joris-van-cauter-over-terreurproces-voorzitter-is-aan-het-bricoleren-ze-had-op-voorhand-moeten-samenzitten

 

Foto © BELGA

Lees meer
De Standaard, 3 januari 2023

Burgemeesters zijn geen rechters

Justitie slaagt er niet in om het recht op leven en het recht op eigendom te beschermen. Politici van de uitvoerende macht zoeken zelf oplossingen, maar Joris Van Cauter vindt dat efficiënt noch wenselijk.

Nieuwjaarsvuurwerk wordt niet langer verticaal maar nu ook horizontaal geschoten. Liefst in de richting van politieagenten, ambulanciers of brandweerlieden. Samen met enkele brandende wagens in de straat lijkt een kwalijke traditie vorm te krijgen. Geen feest in de stad zonder geweldexcessen. Ook het voorbije weekend was het niet anders. En hoewel het voorbije wereldkampioenschap al duidelijk maakte hoe in grootsteden gefeest wordt, kon men het toch opnieuw niet voorkomen.

Als burger krijg je de indruk dat dit fenomeen aanvaard wordt als een fataliteit waar niet aan te ontkomen valt. Zo’n defaitisme is kwalijk voor de legitimiteit van een democratische rechtstaat. Daarvan mag je verwachten dat grondrechten, zoals het recht op leven en het recht op eigendom beschermd worden. Een overheid die die kerntaak niet kan vervullen, is mislukt.

Je zou in eerste instantie moeten kunnen vertrouwen op een performant gerechtelijk apparaat. Dat is een justitie die verdachten van ernstige misdrijven vervolgt en, wanneer ze na een eerlijk proces schuldig blijken, ook bestraft. Uit wat ik hoor en lees, staat het vast dat het om ernstige feiten gaat: brandstichting bij nacht, slagen en verwondingen aan agenten van de openbare macht. Het strafwetboek voorziet daarvoor straffen met opsluiting tot tien jaar. Afhankelijk van mogelijk verzwarende omstandigheden, een brand met dodelijke afloop bijvoorbeeld, kan dat oplopen tot levenslange opsluiting.

   • Hulpverleners grootste mikpunt tijdens feestnacht

De wet blijft in deze doorgaans dode letter. Dat de daders zullen geïdentificeerd en gestraft worden, is wat we te horen krijgen van de politici, maar het gebeurt niet. Het falen van justitie op dit vlak is totaal en onaanvaardbaar. Het gebrek aan rechtsbescherming is structureel, doet zich voor op alle vlakken en vooral in Brussel.

Wachtlijsten

Recht dat niet binnen een redelijke termijn komt, bestendigt alleen maar het onrecht. Een voorbeeld uit de praktijk zegt het helemaal. Een schrijnwerkersbedrijf voert werken uit in een Brussels museum en wordt daarvoor niet betaald door de hoofdaannemer. Er volgt een procedure voor de toenmalige rechtbank van Koophandel (thans ondernemingsrechtbank) in Brussel die leidt tot een voor de schrijnwerker gunstig vonnis op 16 december 2016. Er volgt hoger beroep en het Hof van Beroep in Brussel voegt op 20 maart 2017 de zaak toe ‘aan de wachtlijst van deze kamer’.

Dat de daders van de rellen zullen geïdentificeerd en gestraft worden, is wat we te horen krijgen van de politici, maar het gebeurt niet.

 

Wanneer de zaak effectief gepleit kan worden, is nog altijd niet geweten. Een laatste telefoon met de griffie gaf aan dat de zaak vermoedelijk in oktober 2023 kan worden behandeld. Ik durf het aan mijn cliënt nauwelijks te zeggen. Een jaar eerder had de griffie me al gezegd dat vermoedelijk in november 2022 kon worden gepleit.

De partij te kwader trouw wordt beloond en wie te goeder trouw is, maar krap bij kas, kan aan dit justitieel falen ten onder gaan. Met een dergelijke justitie van Brussel een Europees handelscentrum maken of België op de kaart zetten als een betrouwbaar land om in te investeren, is een illusie. Niet te verwonderen dat grote bedrijven zoeken naar buitengerechtelijke afhandeling van geschillen of uitwijken naar buitenlandse vestigingsplaatsen.

Scheiding der machten

De strafrechtelijke pendant van die algehele justitiële impasse is dat onze amokmakers van het voorbije weekend nog minstens een jaar of acht ongestoord kunnen ‘feesten’ zonder al te veel kopzorgen. Of langer. Net zoals bedrijven lijken ook de politici hun geloof in een efficiënte justitie te hebben opgegeven. Ze gaan het dan maar zelf doen. Op die manier zoeken ze naar alternatieve oplossingen zoals GAS-boetes die recent werden verhoogd of bestuurlijke huisarresten.

Dat is veel kwalijker. Straffen komen zo niet langer tot stand na een proces voor een onafhankelijke rechter maar worden uitgesproken door bestuurders of hun ambtenaren. In zoverre zelfs dat de burgemeester van Antwerpen meende te mogen overgaan tot preventieve vrijheidsberoving (DS 31 december 2022). Efficiënt bleek het allerminst, de verwachte rellen hebben naar traditie kunnen plaatsvinden. Misschien was er zelfs een averechts effect. Een deel van de politiemacht was gereserveerd om nazicht te doen op de naleving van de verschillende huisarresten.

Het is tekenend om te zien hoe de politie het grootste deel van haar tijd besteedt aan bestuurlijke opdrachten in de plaats van gerechtelijke. Er is discussie of een wettelijke basis bestaat die toelaat dat burgemeesters tot zulke vrijheidsbeperkende maatregelen kunnen overgaan. Volgens mij is die er niet, volgens anderen wel. Belangrijker is de vraag of we vinden dat het moet kunnen. Daarop is mijn antwoord negatief. Als justitie niet meer werkt, is de oplossing niet gelegen in het opheffen van de scheiding der machten en de bestuurders dan maar rechter te laten spelen.

De oplossing moet zijn het gerecht opnieuw te laten functioneren, zodat misdrijven effectief vervolgd worden, en rechters zich kunnen uitspreken over recente feiten. Het is een open deur waar al over gesproken werd toen ik nog rechtenstudent was. Die deur zo lang openlaten maakt dat het systeem van binnenuit verrot en kapot gaat. De minister van Justitie zette zijn domein als een merk in de markt: ‘team justitie’. Om in dat jargon te blijven denk ik dat de burger zich vragen begint te stellen bij de coach ervan. Er is werk op de plank voor 2023. Want (blijven) falen is echt geen optie.

 

Artikel uit De Standaard, 3 janauri 2023

Foto © epa

Lees meer

Wij gebruiken cookies

Door deze website te gebruiken, aanvaardt u de cookies. Voor meer informatie, zie ons privacy- en cookiesbeleid