In een arrest van 28 november 2023 (Cass. 28 november 2023, P.23.0696.N) verduidelijkt het Hof van Cassatie dat in een eenvoudige (verkeers)zaak een tijdsverloop van meer dan één jaar tussen het aantekenen van het hoger beroep en de eerste rechtszitting in hoger beroep in strijd is met de redelijke termijnvereiste.
Dat de redelijke termijnvereiste ook geldt in eenvoudige (verkeers)zaken werd door het Hof van Cassatie een eerste keer bevestigd in haar arrest van 25 september 2022 (Cass. 25 januari 2022, P.21.1621.N).
Het recente arrest van 28 november 2023 bevestigt een arrest van begin dit jaar (Cass. 7 februari 2023, P.22.1394.N) waarin het Hof van Cassatie reeds vaststelde dat een stilstand van ongeveer één jaar in een eenvoudige zaak een schending vormt van de redelijke termijn.
We zijn verheugd met dit recente arrest omdat we in de praktijk voortdurend vaststellen hoe zwaar een strafrechtelijke vervolging, ook al gaat het maar om verkeersinbreuken, weegt op cliënten.
Lees hier het arrest.