Media
In Gent wil het parket dat de celstraf voor een jongeman die zijn mondmasker twee jaar geleden niet correct droeg absoluut behouden blijft in beroep. “Die veroordeling was in 2021 al absurd, maar de volharding is in 2023 compleet gaga”, schrijft onderzoeksjournalist Jeroen Bossaert. “Niks mis met een gerecht dat streng is, maar wees dan consequent.”
Bij het parket van Gent zijn het beslist geen lachbekjes. Ze vorderen daar nog steeds de strengst mogelijke straffen voor onverlaten die het ooit aandurfden om hun mondmasker niet - of verkeerd - te dragen op de openbare weg. In de zaak van een 22-jarige man die in februari 2021 op heterdaad betrapt werd omdat hij zijn masker op zijn kin droeg, eiste de procureur vorige week dat de rechter een celstraf van twee maanden en een boete van 1.600 euro ook in beroep overeind zou houden. Advocaat Joris Van Cauter plaatste zijn verontwaardiging daarover op sociale media. Wat ons betreft terecht.
Was de oorspronkelijke veroordeling in de zomer van 2021 al absurd, dan is de volharding door het Gentse parket in februari 2023 compleet gaga. We weten al geruime tijd dat mondmaskers in open lucht weinig tot geen nut hebben. Edoch, binnen justitie zijn er die denken dat er nog steeds ‘signalen’ gestuurd moeten worden naar snoodaards die zo'n maskertje onder hun neus durfden laten zakken. De wet is de wet, meneer.
Buigzaam
Die houding zou je een parket of rechter eigenlijk niet kwalijk kunnen nemen. Ware het niet dat er in heel wat andere zaken van een harde of consequente lijn amper sprake is. Dan wordt de wet plots erg buigzaam of heet een misdaad geen prioriteit te zijn. Ontelbaar zijn de dossiers van frauduleuze faillissementen die door parketten simpelweg niet vervolgd worden. Zelfs als het om grote bedragen gaat. Bij andere parketten verdwijnt alles wat familiaal geweld, kindermishandeling of misbruik is dan weer verdacht snel in het sepot-vakje.
Ook rechters zwalpen al eens met hun straffen. Zo duiken er nog steeds zaken op waar verkrachters of aanranders een ‘opschorting van straf’ of een ‘celstraf met uitstel’ krijgen. Want och God, ze tonen berouw. Cru gezegd: je komt er in dit land soms makkelijker vanaf als je iemand opgelicht, in elkaar getimmerd of aangerand hebt, dan als je tijdens corona met een scheef mondmasker rondliep.
Bezinning
Iedereen die meedraait in een systeem waarin banaliteiten soms strenger en consequenter onderzocht en bestraft worden dan misdaden die echte slachtoffers maken, is aan bezinning toe. Er is al wat discussie geweest over de evaluatie van het corona-beleid en dan wordt vooral gekeken in de richting van wetenschappers, ambtenaren en politici, maar het kan geen kwaad dat externen zich ook eens buigen over hoe het gerecht is omgegaan met corona.
Niks belet parketten en rechtbanken ondertussen om intern de puntjes op de i te zetten en na te gaan hoe consequent iedereen opereert. Er is niks mis met een gerecht dat streng is, wel met eentje dat zonder duidelijke lijn streng is voor de één en mild voor de ander. Willekeur voedt wantrouwen.
Reactie van procureur-generaal Geert Merchiers namens het parket van Oost-Vlaanderen: “Lichtzinnige conclusies.”
Op Valentijnsdag bloedden vele harten binnen onze organisatie bij het lezen van bovenstaand opiniestuk.
De journalist uit negatieve kritiek over het corona beleid van het parket en poneert vervolgens stellingen, zonder enige onderbouwing dat je in onze maatschappij soms beter af bent als ‘aanrander, oplichter of als je iemand in elkaar timmert’. Waarop de journalist zich baseert om tot dergelijke uitlatingen te komen, is een raadsel. Evenmin werd moeite gedaan om informatie over de zaak te bekomen bij het parket. De opinie werd gevormd op basis van eenzijdig ingewonnen informatie. Het parket kan zich niet permitteren om op een dergelijke eenzijdige manier tot conclusies te komen.
En daarmee komen we tot een paar essentiële bedenkingen.
In de eerste plaats heeft het parket steeds de wetgeving toegepast die gemaakt was door de wetgevende macht. Als de verkozenen van het volk, in een bepaalde periode, bepaalde maatregelen nuttig achtten, gelet op de kennis die toen voorhanden was, dan is het onze taak om deze wetgeving toe te passen. De wetgeving inzake corona is talloze keren aangepast, telkens er een nieuwe fase in de pandemie aanbrak. Maar telkens was de consensus wel zeer duidelijk: we willen koste wat het kost de verdere verspreiding van de pandemie vermijden, en – omdat het niet anders kan – moet er ook streng opgetreden worden tegen degenen die menen de regels aan hun laars te moeten lappen. Deze enkelingen konden immers zorgen voor een sterke verspreiding van het virus, met eventuele dodelijke slachtoffers tot gevolg. Bij de gevolgverlening werd steeds in gradaties van vervolging gewerkt, zodat maatwerk werd afgeleverd. Daarbij was het uiteraard niet uitgesloten dat er in geval van recidive werd gedagvaard voor de politierechtbank. Een achterafinterpretering door het parket -buiten het coronatijdskader- is makkelijk en verleidelijk, maar doet weinig terzake.
Het opiniestuk is in die zin tegenstrijdig: er wordt gesproken over willekeur in wat vervolgd wordt en wat niet. Willekeur zou er pas in bestaan dat het parket de wetgeving zou gaan waarderen en op basis daarvan zou gaan oordelen dat bepaalde zaken toch niet meer vervolgenswaardig zijn.
In de tweede plaats wordt een vergelijking gemaakt met andere zaken, zoals faillissementen, of intrafamiliaal geweld, die niet vervolgd zouden worden. Voor zover een dergelijke vergelijking zin heeft en mogelijk is (aangezien deze diverse domeinen elk hun eigen specifieke kenmerken en afhandeling kennen), is de vergelijking volledig fout. De cijfers bewijzen het tegendeel. Het parket Oost-Vlaanderen heeft een heel sterk uitgebouwd beleid, waar bijvoorbeeld intrafamiliaal geweld en zedendelicten absolute prioriteit zijn.
Kan de werking van justitie beter? Ja, alles kan beter en dat is ook onze dagelijkse betrachting. Het parket Oost-Vlaanderen heeft in haar rangen talloze magistraten en medewerkers die gedreven, specialistisch, gemotiveerd, precies, en hardwerkend zijn. Hun core business is de afhandeling van de strafdossiers. Er wordt in ieder dossier gezocht naar de juiste maatschappelijke reactie rekening houdende én met de regelgeving, de belangen van de slachtoffers én de verdachte(n). Dat verklaart ook waarom dit opiniestuk velen van ons zo diep raakt. Want een indruk of een gevoel staat niet gelijk aan de realiteit. Hetgeen in het opiniestuk beschreven werd, staat niet gelijk aan de realiteit.
Tot slot: met de opmars van dictaturen in bepaalde landen, kan het geen kwaad om stil te staan bij en dankbaar te zijn voor het feit dat België nog steeds een rechtsstaat is. Elke actor binnen de rechtsstaat voert zijn taak uit in alle onafhankelijkheid. Ook kritiek van de pers moet zeker kunnen. Zo blijven we ook alert. Het is betreurenswaardig dat het opiniestuk voorbijging aan zoveel noodzakelijke nuance die er te brengen valt aan de werking van justitie.
Parket Oost-Vlaanderen (PdK Geert Merchiers)
Artikel uit HLN, 14 februari 2023
Foto: © Wannes Nimmegeers