“Wie een scheef mondmasker strenger bestraft dan fraude of aanranding is aan bezinning toe”

Media

14 februari 2023

In Gent wil het parket dat de celstraf voor een jongeman die zijn mondmasker twee jaar geleden niet correct droeg absoluut behouden blijft in beroep. “Die veroordeling was in 2021 al absurd, maar de volharding is in 2023 compleet gaga”, schrijft onderzoeksjournalist Jeroen Bossaert. “Niks mis met een gerecht dat streng is, maar wees dan consequent.”

Bij het parket van Gent zijn het beslist geen lachbekjes. Ze vorderen daar nog steeds de strengst mogelijke straffen voor onverlaten die het ooit aandurfden om hun mondmasker niet - of verkeerd - te dragen op de openbare weg. In de zaak van een 22-jarige man die in februari 2021 op heterdaad betrapt werd omdat hij zijn masker op zijn kin droeg, eiste de procureur vorige week dat de rechter een celstraf van twee maanden en een boete van 1.600 euro ook in beroep overeind zou houden. Advocaat Joris Van Cauter plaatste zijn verontwaardiging daarover op sociale media. Wat ons betreft terecht.

Was de oorspronkelijke veroordeling in de zomer van 2021 al absurd, dan is de volharding door het Gentse parket in februari 2023 compleet gaga. We weten al geruime tijd dat mondmaskers in open lucht weinig tot geen nut hebben. Edoch, binnen justitie zijn er die denken dat er nog steeds ‘signalen’ gestuurd moeten worden naar snoodaards die zo'n maskertje onder hun neus durfden laten zakken. De wet is de wet, meneer.

Buigzaam

Die houding zou je een parket of rechter eigenlijk niet kwalijk kunnen nemen. Ware het niet dat er in heel wat andere zaken van een harde of consequente lijn amper sprake is. Dan wordt de wet plots erg buigzaam of heet een misdaad geen prioriteit te zijn. Ontelbaar zijn de dossiers van frauduleuze faillissementen die door parketten simpelweg niet vervolgd worden. Zelfs als het om grote bedragen gaat. Bij andere parketten verdwijnt alles wat familiaal geweld, kindermishandeling of misbruik is dan weer verdacht snel in het sepot-vakje.

Ook rechters zwalpen al eens met hun straffen. Zo duiken er nog steeds zaken op waar verkrachters of aanranders een ‘opschorting van straf’ of een ‘celstraf met uitstel’ krijgen. Want och God, ze tonen berouw. Cru gezegd: je komt er in dit land soms makkelijker vanaf als je iemand opgelicht, in elkaar getimmerd of aangerand hebt, dan als je tijdens corona met een scheef mondmasker rondliep.

Bezinning

Iedereen die meedraait in een systeem waarin banaliteiten soms strenger en consequenter onderzocht en bestraft worden dan misdaden die echte slachtoffers maken, is aan bezinning toe. Er is al wat discussie geweest over de evaluatie van het corona-beleid en dan wordt vooral gekeken in de richting van wetenschappers, ambtenaren en politici, maar het kan geen kwaad dat externen zich ook eens buigen over hoe het gerecht is omgegaan met corona.

Niks belet parketten en rechtbanken ondertussen om intern de puntjes op de i te zetten en na te gaan hoe consequent iedereen opereert. Er is niks mis met een gerecht dat streng is, wel met eentje dat zonder duidelijke lijn streng is voor de één en mild voor de ander. Willekeur voedt wantrouwen.

Reactie van procureur-generaal Geert Merchiers namens het parket van Oost-Vlaanderen: “Lichtzinnige conclusies.”

Op Valentijnsdag bloedden vele harten binnen onze organisatie bij het lezen van bovenstaand opiniestuk.

De journalist uit negatieve kritiek over het corona beleid van het parket en poneert vervolgens stellingen, zonder enige onderbouwing dat je in onze maatschappij soms beter af bent als ‘aanrander, oplichter of als je iemand in elkaar timmert’. Waarop de journalist zich baseert om tot dergelijke uitlatingen te komen, is een raadsel. Evenmin werd moeite gedaan om informatie over de zaak te bekomen bij het parket. De opinie werd gevormd op basis van eenzijdig ingewonnen informatie. Het parket kan zich niet permitteren om op een dergelijke eenzijdige manier tot conclusies te komen.

En daarmee komen we tot een paar essentiële bedenkingen.

In de eerste plaats heeft het parket steeds de wetgeving toegepast die gemaakt was door de wetgevende macht. Als de verkozenen van het volk, in een bepaalde periode, bepaalde maatregelen nuttig achtten, gelet op de kennis die toen voorhanden was, dan is het onze taak om deze wetgeving toe te passen. De wetgeving inzake corona is talloze keren aangepast, telkens er een nieuwe fase in de pandemie aanbrak. Maar telkens was de consensus wel zeer duidelijk: we willen koste wat het kost de verdere verspreiding van de pandemie vermijden, en – omdat het niet anders kan – moet er ook streng opgetreden worden tegen degenen die menen de regels aan hun laars te moeten lappen. Deze enkelingen konden immers zorgen voor een sterke verspreiding van het virus, met eventuele dodelijke slachtoffers tot gevolg. Bij de gevolgverlening werd steeds in gradaties van vervolging gewerkt, zodat maatwerk werd afgeleverd. Daarbij was het uiteraard niet uitgesloten dat er in geval van recidive werd gedagvaard voor de politierechtbank. Een achterafinterpretering door het parket -buiten het coronatijdskader- is makkelijk en verleidelijk, maar doet weinig terzake.

Het opiniestuk is in die zin tegenstrijdig: er wordt gesproken over willekeur in wat vervolgd wordt en wat niet. Willekeur zou er pas in bestaan dat het parket de wetgeving zou gaan waarderen en op basis daarvan zou gaan oordelen dat bepaalde zaken toch niet meer vervolgenswaardig zijn.

In de tweede plaats wordt een vergelijking gemaakt met andere zaken, zoals faillissementen, of intrafamiliaal geweld, die niet vervolgd zouden worden. Voor zover een dergelijke vergelijking zin heeft en mogelijk is (aangezien deze diverse domeinen elk hun eigen specifieke kenmerken en afhandeling kennen), is de vergelijking volledig fout. De cijfers bewijzen het tegendeel. Het parket Oost-Vlaanderen heeft een heel sterk uitgebouwd beleid, waar bijvoorbeeld intrafamiliaal geweld en zedendelicten absolute prioriteit zijn.

Kan de werking van justitie beter? Ja, alles kan beter en dat is ook onze dagelijkse betrachting. Het parket Oost-Vlaanderen heeft in haar rangen talloze magistraten en medewerkers die gedreven, specialistisch, gemotiveerd, precies, en hardwerkend zijn. Hun core business is de afhandeling van de strafdossiers. Er wordt in ieder dossier gezocht naar de juiste maatschappelijke reactie rekening houdende én met de regelgeving, de belangen van de slachtoffers én de verdachte(n). Dat verklaart ook waarom dit opiniestuk velen van ons zo diep raakt. Want een indruk of een gevoel staat niet gelijk aan de realiteit. Hetgeen in het opiniestuk beschreven werd, staat niet gelijk aan de realiteit.

Tot slot: met de opmars van dictaturen in bepaalde landen, kan het geen kwaad om stil te staan bij en dankbaar te zijn voor het feit dat België nog steeds een rechtsstaat is. Elke actor binnen de rechtsstaat voert zijn taak uit in alle onafhankelijkheid. Ook kritiek van de pers moet zeker kunnen. Zo blijven we ook alert. Het is betreurenswaardig dat het opiniestuk voorbijging aan zoveel noodzakelijke nuance die er te brengen valt aan de werking van justitie.

Parket Oost-Vlaanderen (PdK Geert Merchiers)

 

Artikel uit HLN, 14 februari 2023

Foto: © Wannes Nimmegeers

Laatste publicaties

De Standaard, 2 april 2024

Lessen uit een proces dat justitie heel graag wou

Justitie trad snel en doortastend op in de zaak tegen Bart De Pauw, stelt Joris Van Cauter vast. Een schoolvoorbeeld van klassenjustitie. Tot een catharsis heeft het niet geleid.

“Het proces dat niemand wou” is een proces dat, als je het nader bekijkt, velen heel graag wilden. Niet het minst justitie zelf. Het is een schoolvoorbeeld van klassenjustitie. En niemand schijnt dat te zien. Belaging en het creëren van een elektronische overlast zijn veelvoorkomende ‘relationele’ misdrijven. Het zal wel koelen zonder blazen, is de basishouding van justitie. Uit de praktijk blijkt dat de veelvuldige klachten van slachtoffers heel vaak zonder gevolg blijven. Af en toe, wanneer het leidt tot levensdelicten, met dramatische gevolgen. In de regel dien je als advocaat zelf naar de onderzoeksrechter te stappen vooraleer er iets gebeurt. En die onderzoeksrechter zit meestal niet te wachten op nog maar eens een uit de hand gelopen (v)echtscheiding.

Hoe anders ging het in de zaak-Bart De Pauw. Nog voor bij de politie één klacht gekend was, liet de procureur des Konings zelf een voorlopig proces-verbaal opstellen. Op 11 november nota bene. De procureur vatte diezelfde 11 november 2017 nog een onderzoeksrechter. Die laatste ging vervolgens over tot huiszoekingen en een telefoontap. Ook ging de onderzoeksrechter over tot het persoonlijk verhoren van alle betrokken vrouwen en Bart De Pauw zelf. Voor het proces ten gronde werden op de rechtbank in Mechelen twee volledige dagen uitgetrokken.

Een “gewoon” slachtoffer van belaging of zelfs verkrachting krijgt in de regel de onderzoeksrechter niet te zien. Die heeft daar geen tijd voor. De verhoren zijn politiewerk. Een huiszoeking of telefoontap voor dit soort misdrijven is de absolute uitzondering. Wanneer het tot een proces komt, dan wordt het belagingszaakje op een goede 30 minuten afgehandeld samen met ongeveer twintig andere zaken dezelfde ochtend.

Eerlijk proces

Afgaande op de reacties van de betrokkenen is dit doortastend optreden van justitie geen succesverhaal. De oudste feiten dateren van meer dan 20 jaar geleden en tot op vandaag is van een catharsis geen sprake. Integendeel.

Met steun van velen uit de culturele wereld trekt de VRT nu drie weken de tijd uit om acht vrouwen hun verhaal te laten doen over het gedrag van Bart De Pauw. Een vijfsterrendocumentaire, volgens velen. Toch enkele bedenkingen. Net zoals in Godvergeten wordt een verhaal gebracht louter en alleen vanuit één kant. Anders dan in Godvergeten kreeg hier de andere zijde wel de kans om mee te werken. Dat werd geweigerd. Als kijker kun je dat betreuren maar als advocaat begrijp ik het. Meer nog, het is de enige juiste keuze. De opnamen vonden plaats tijdens het proces. Met de camera op schoot naar het proces. Begin als beklaagde maar eens op twee fronten te strijden. In Mechelen voor drie rechters, die na woord en wederwoord beslissen over schuld en straf. Je moet het hebben meegemaakt om te weten hoe ingrijpend het is. Maar er is altijd hoop.

Hoop op een eerlijk proces. Daar gaven de rechters blijk van in hun vonnis dat begint met de verklaringen van alle betrokkenen, vanwege de vrees dat in samenvattingen de nuances verloren dreigen te gaan. Hoop op een vrijspraak of ten minste op een straf op mensenmaat. Een straf die perspectief biedt, soms helend is en in ieder geval eindig. In het vonnis vinden we dat terug: de rechters stellen in hoofde van Bart De Pauw oprecht schuldbesef vast. Vandaar een straf met uitstel van tenuitvoerlegging.

 

Catch 22

Het andere front ligt op televisie. Voor heel Vlaanderen, en daar is er geen hoop. De juridische waarheid is hier minder van belang. Het gaat om iets anders. De reportagemaker van Het proces dat niemand wou wil de kijker iets leren: hoe gevaarlijk machtsrelaties kunnen zijn en welke impact dit kan hebben op wie er slachtoffer van is. Je bent als beklaagde het voorwerp van een les aan de kijker. Ja, de reportage zou zelfs deel moeten uitmaken van het lessenpakket.

Een gruwelijkere straf is moeilijk denkbaar. Generatie na generatie wordt geconfronteerd met jouw fouten. Maatschappelijk en familiaal ben je quasi dood. Deze straf kun je niet uitzitten, deze straf biedt geen enkel perspectief. Jouw schuld neemt ook geen einde met het betalen van de burgerlijke partijen. Die juridische benadering heeft plaatsgemaakt voor een moralistische benadering. Zonden kunnen vergeven worden na een gelaïciseerde publieke mediabiecht.

Dat de rechter heeft geoordeeld dat je aan jezelf hebt gewerkt en blijk hebt gegeven van oprecht schuldbesef is van geen tel. Het oordeel over schuldbesef en oprechtheid komt niet aan de rechter toe maar aan het volk. Daarom moet je nog eens op het scherm door het zand gaan en excuses aanbieden. Voor waar je schuldig aan bevonden bent. En ook voor waar je niet schuldig aan bent. Er zijn immers altijd wat fouten die juridisch helaas de dans hebben ontsprongen. Die excuses worden vervolgens gewogen door enkele mediarechters op hun oprechtheid en zo kan de genade van het volk terug over jou komen.

Enig probleem is dat tot vandaag nog niemand geslaagd is in deze beproeving: wie zich hieraan waagt beoogt uiteindelijk altijd eigenbelang en dan kunnen excuses natuurlijk niet oprecht zijn. Dat is de catch 22 van de mediabiecht. Het proces dat echt nog altijd niemand wil, is van een andere aard. Dat vergt een ander onderzoek. Met name hoe het komt dat diegenen die vandaag het hardst zijn in hun veroordeling gisteren het hevigst in hun lofbetuigingen. Een oud zeer. En passend bij de tijd van het jaar: hoe weinig tijd er is tussen Palmzondag en Goede Vrijdag.

 

Artikel uit De Standaard, 02/04/2024

Foto: © belga

Lees meer
De Standaard, 25 januari 2024

Wrakingen, persoonlijke aanvallen op rechters: justitie moet zich bezinnen voor het te laat is

Je moet geloven in justitie om erin te kunnen functioneren. Dat vertrouwen is helaas helemaal zoek, waardoor het rechtssysteem alle geloofwaardigheid dreigt te verliezen.

Lees het volledige opiniestuk via volgende link: https://www.standaard.be/cnt/dmf20240124_97009827

Lees meer
Het Nieuwsblad, 23 januari 2024

Man die ‘hielp’ bij afhandeling van erfenis veroordeeld voor oplichting

WAASMUNSTER / LEBBEKE - 

F.S., een man uit Lebbeke, kreeg van de Dendermondse rechtbank een voorwaardelijke celstraf opgelegd en een boete van 4.000 euro voor het oplichten van een oudere vrouw uit Waasmunster. “Ze werd omsingeld door aasgieren die uit waren op de erfenis van haar man. Hij was daar één van”, sprak haar advocaat Joris Van Cauter tijdens het proces.

De man van een 75-jarige vrouw kwam in 2012 te overlijden. Twaalf jaar later is de afhandeling van de nalatenschap nog steeds niet rond.

“Vooral de dochter van de man probeert de zaak op de lange baan te schuiven. Ze heeft schulden en de banken staan klaar om beslag te leggen op de erfenis”, sprak de advocaat van het slachtoffer. “Sinds het overlijden wordt zijn weduwe omsingeld door aasgieren die beloven de erfeniskwestie rond te krijgen en daar zelf ook een graantje van mee te pikken.”

Volgens de advocaat was de beklaagde één van die zogezegde aasgieren. F.S. maakte de afspraak met de beklaagde om via zijn advocaten schot in de zaak te krijgen. In ruil vroeg hij 7,5 procent van de erfenis.

“Hij dacht aan een quick win, maar merkte al snel dat het dossier muurvast zat”, pleitte Van Cauter. “Hij gooide het dan maar over een andere boeg en probeerde haar op te lichten met een bijkomende overeenkomst waarbij ze zogezegd een lening kreeg om de kosten van zijn advocaat te betalen. ‘Louter boekhoudkundig’ maakte hij haar wijs.”

80.000 euro

Plots vroeg de beklaagde het zogezegde geleende geld terug. Geld dat ze volgens haar advocaat nooit had ontvangen. “Plots moest zij 80.000 euro aan hem betalen. Hij probeerde een oude, weerloze en kwetsbare vrouw op een bedrieglijke manier geld te ontfutselen”, aldus Van Cauter.

Volgens de verdediging van S. is er geen sprake van oplichting en werden de bedragen wel degelijk aan het slachtoffer gegeven.

De voorzitter oordeelde echter in het voordeel van het slachtoffer en veroordeelde S. tot een voorwaardelijke celstraf van vijftien maanden en een boete van 4.000 euro. Bovendien moet hij het slachtoffer een schadevergoeding van 2.500 euro betalen.

 

Artikel uit HET NIEUWSBLAD - 22/01/2024

Foto: © ANP

 

Lees meer

Wij gebruiken cookies

Door deze website te gebruiken, aanvaardt u de cookies. Voor meer informatie, zie ons privacy- en cookiesbeleid