Trial by media is nooit onschuldig

Opiniestuk

2 september 2020

Wat is er gebeurd met principes als het vermoeden van onschuld en het geheim van het onderzoek? Dat niemand zich daar nog aan houdt, stuit Joris Van Cauter tegen de borst.

Au Pilori (‘De schandpaal’) was een virulent antisemitische collaboratiekrant die tijdens de Tweede Wereldoorlog in Parijs werd uitgegeven. De ondertitel luidde ‘Hebdomadaire de combat pour la défense des intérêts français’. Onderzoeksjournalistiek was erg belangrijk voor die krant. Zo onthulde ze in haar kolommen de namen van Joden, of de namen van wie Joodse sympathieën had. In ieder geval dekte de vlag de lading: burgers werden aan de schandpaal geschreven.

Het heimwee dat de titel van de Parijse krant verraadt naar middeleeuwse praktijken, is nooit verdwenen. Het digitale tijdperk heeft met naming and shaming een schandpaal 2.0 ontwikkeld, die vele malen efficiënter en dodelijker is.

Het moderne strafprocesrecht beoogde een baken te zijn tegen de instant volksbestraffingen zonder onderzoek, zonder proces. Zo zijn principes ontstaan als het vermoeden van onschuld, het geheim van het onderzoek, het recht van verdediging, het recht op een eerlijk proces en de scheiding der machten. Het zijn begrippen die hun waarde volledig verloren lijken te hebben.

Journalisten storen zich daar al lang niet meer aan. Onderzoeksjournalistiek in Vlaanderen is er niet op gericht om feiten te onthullen die het gerecht niet blootlegt. Dat kost allicht te veel tijd en moeite. Misschien is er ook geen geld voor? Het is in ieder geval gemakkelijker om te proberen de hand te leggen op een deel van het strafdossier en op basis daarvan een scoop te brengen.

Daar is eigenlijk niets onthullends aan. Het brengt alleen bepaalde ‘feiten’ een beetje sneller. Normaal zou je ze pas vernemen op de openbare terechtzittingen. Bovendien is het fundamenteel oneerlijk: zo wordt altijd een verdraaid, half of zelfs volledig fout beeld van de feiten opgehangen. De bron van de journalist is meestal partij in de procedure en heeft belang bij het lek en de sfeer die op die manier ontstaat. Trial by media is nooit onschuldig. De bron wordt nooit kritisch benaderd. Je bijt niet in de hand die je voedt.

Dit soort journalistiek creëert een gevaarlijk klimaat. Dat blijkt ontegensprekelijk uit twee hot items: het Reuzegomdossier en de zaak-Chovanek.

‘Rijkeluiskindjes’

In het eerste dossier achtte de krant De Morgen het noodzakelijk om de ouders te identificeren van de studenten die deel uitmaakten van de studentenclub Reuzegom. Ook die moesten gestraft worden. De volkswoede is dermate opgepookt dat ook politici de pedalen verliezen. Scoren op basis van de volkswoede is niet moeilijk. Je kunt het de jonge parlementair die er zich schuldig aan maakt, vergeven. Van een minister verwacht je toch meer bedachtzaamheid. Maar je krijgt het tegendeel.

De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Zuhal Demir (N- VA), vond het nodig om een opiniestuk te wijden aan de feiten, die nog in een onderzoeksfase zitten. De minister noemt de verdachten ‘rotverwende rijkeluiskindjes die nooit eerder in hun leven hebben gewerkt en voor al hun stommiteiten konden terugvallen op papa’s en mama’s netwerk en portefeuille’. Een minister van Justitie die zelfs niet beseft welke grens ze daarmee overschrijdt, zou beter ontslag nemen. Tekenend voor dit klimaat is dat niemand daar een probleem van maakt. Voor al wie de moderne rechtsstaat een beetje genegen is, is dat een knipperlicht.

Dolgedraaide inquisiteur

Dat journalisten van (zelfverklaarde) kwaliteitskranten en ministers belangrijke rechtsbeginselen aan hun laars lappen, is geen nieuws. Verontrustender is dat ook advocaten lijken te gedijen in deze tijdgeest en wheelen en dealen met journalisten, goed wetende dat schendingen van het geheim van het onderzoek bijna nooit bestraft worden.

De ordes kijken schijnbaar machteloos toe naar voor de camera uit de biecht klappende raadslieden of advocaten die zich opwerpen als deskundigen bij dossiers die ze nooit gelezen hebben. Het verhindert hen niet te spreken over ‘een bende doders’ en op te roepen om de
procureur en de onderzoeksrechter belast met het dossier-Chovanek op te pakken. Immanente gerechtigheid van een dolgedraaide inquisiteur, zou je denken.

Advocaat Hans Rieder, voorheen een heraut van het recht van verdediging, vond het in De Ochtend van 1 september zelfs een schande dat de gezichten van de verdachte agenten nog niet in de krant hadden gestaan. Naming and shaming, dat is ook de taak van de strafpleiter geworden. Tot hij eens aan de andere kant staat, dan zal dat wel vergeten zijn. Maar wie herinnert hem daar dan nog aan? Ondertussen hebben we toch lekker mee gesurft op de golven van verontwaardiging. Advocaten die ‘au pilori’ roepen, dan is Donald Trump zeer nabij.

Laatste publicaties

De Standaard, 27 september 2024

Euthanasie wordt straks een manier om de wachtlijsten in de psychische zorg werk te werken

Volgens Joris Van Cauter evolueren we naar een maatschappij waarin euthanasie een middel wordt tegen ontsporende gezondheiszorg- en vergrijzingskosten. Iedere serieuze ethische discussie ontbreekt.

De vraag naar crisishulp bij jongeren is de afgelopen vijf jaar met 40 procent toegenomen. Twee derde van die hulpvragen blijft onbeantwoord omdat er een tekort is aan plaatsen en personeel. De wachttijd voor jongeren die hulp vragen bij een centrum voor geestelijke gezondheidszorg loopt op tot 7 maanden. de wachttermijn voor euthanasie wegens psychisch lijden is 1 maand. Zelfs Etienne Vermeersch, de geestelijke vader van de euthanasiewet, vond dat een te korte termijn.

In praatprogramma's zie je geen artsen,  psychiaters of psychologen die getuigen over hoe een psychisch kwetsbaar iemand snel werd geholpen en terug zin in het leven heeft gekregen. In populaire kranten of tijdschriften lees je daar evenmin over. Die verhalen bestaan nochtans. Het zijn heldenverhalen die zich in alle stilte en anonimiteit afspelen.

De voorbije week stonden de Vlaamse media bol van de moedige beslissing die een bekend acteur had genomen om te sterven door middel van euthanasie wegens ondraagelijk psychisch lijden. Er wordt uitvoerig verslag gedaan van zijn laatste ontbijt, de berichtjes die zijn collega's van hem nog ontvingen net nadat hij was gestorven. Een goede vriendin getuigt dat ze nooit heeft geprobeerd hem op andere gedachten te brengen. Het afscheidsfilmpje dat iedereen nu online kan zien, is volgens een medisch ethicus het bewijs dat het allemaal goed is verlopen. Terzelfdertijd lazen we over de eerste 'klant' van de zelfdodingscapsule in Zwitserland. De uitvinder ervan krijgt uitgebreid een portret in deze krant onder de titel: "Waarom mensen dood willen? Dat kan me niet schelen."

De dood is lelijk

De rode draad doorheen al die verhalen is de esthetisering van de zelfgekozen dood. Alsof de dood iets moois is. Terwijl de dood lelijk is, op een primair dierlijk niveau. Een drama voor de overlevende vader, moeder, broer of zus. De zelfgekozen dood om welke reden ook, is de ultieme vorm van vrijheid en zelfbeschikking. En daar moeten we kennelijk alsmaar verder in gaan. We zijn gestart bij euthanasie wegens ondraaglijk fysiek lijden, zijn intussen bij euthanasie wegens ondraaglijk psychisch lijden en we zijn op weg naar euthanasie bij wilsonbekwaamheid, bij voltooid leven. En nu is er dus ook: hulp bij zelfdoding.

Begin deze eeuw vormde euthanasie een strikte uitzondering op het absolute verbod een ander te doden. Vandaag wordt het beschouwd als een recht en een medische behandelingsoptie die evenwaardig is aan andere opties. De wettelijke vereiste dat het moet gaan om "psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden" wordt hoe langer hoe meer opgerekt. We gaan van principieel strafbaar, tenzij... naar principieel niet strafbaar, tenzij... Tussen droom en daad liefst zo weinig mogelijk wetten en praktische bezwaren. Er lijkt maar één weg te zijn die we uit kunnen en moeten. Dat biedt dan meteen ook een oplossing voor het zelfmoordprobleem. Albert Camus noemde dat in de De mythe van Sisyphus het enige serieuze filosofische probleem. Hij pleitte er niettemin voor om het leven - in zijn ogen in essentie zinloos - gepassioneerd te omhelzen. Pleidooien daarvoor hoor je niet meer, tenzij misschien bij een of andere oude man uit het Vaticaan, maar wie luistert nog naar hem? Iedere serieuze ethische discussie ontbreekt vandaag.

Ethische grenzen

Het is een schrikbarende evolutie waarin Nederland vooropliep. Het is ook daar dat de eerste tegenwind vandaan komt. Verschillende Nederlandse artsen en (kinder)psychiaters schreven recent het Openbaar Ministerie aan om de evolutie aan te kaarten dat de dood een behandeloptie is geworden. Ze wijzen op wat er kan gebeuren als je zo ongebreideld de moed prijst van wie kiest voor euthanasie wegens psychisch lijden. Als dat gepaard gaat met een slecht functionerende zorgverlening, dan wordt voor ernstig zieke, kwetsbare psychiatrische patiënten euthanasie een aantrekkelijkere behandeloptie dan een intensieve behandeling waarop je langer moet wachten. Ook voor naasten van iemand met een doodswens wordt het moeilijker om de moed erin te hoduen en verder steun te bieden als voordelen van euthanasie wegens psychisch lijden veelvuldig publiekelijk benadrukt worden. Het kan er zelfs toe leiden dat met hun moed ook de levenslijn breekt. In het ergste geval gaat de omgeving van iemand die psychisch lijdt impliciet druk uitoefenen om misschien toch maar een euthanasietraject te gaan bewandelen.

Er voltrekt zich een dystopische ontwikkeling naar een maatschappij waarin euthanasie een middel wordt tegen ontsporende gezondheidszorg- en vergrijzingskosten. In Nederland beginnen artsen zich vragen te stellen bij de ethische en medische grenzen die worden overschreden door euthanasie bij psychisch lijden onderdeel te maken van reguliere zorgaanbod. In Vlaanderen werken we er de wachtlijsten mee weg. En de begroting komt in evenwicht. Geen leed meer en iedereen gelukkig.

 

Artikel uit De Standaard, 27 september 2024

© nyt

 

Lees meer
Nieuwsblad, 25 juni 2024

Mechels gerecht gaat nu toch aan de slag met extra “bewijsmateriaal” veroordeelde procureur

Het kort geding dat voormalig Gents procureur Johan Sabbe had aangespannen tegen de Belgische staat in verband met zijn veroordeling uit 2021 voor grensoverschrijdend gedrag en aanranding, wordt woensdag niet behandeld door de Brusselse rechtbank van eerste aanleg. Het kort geding is zonder voorwerp geworden en zal geschrapt worden nu het Mechelse parket toch aan de slag wil met het dossier dat opgestart was na een klacht van Sabbe zelf. Dat bevestigt de advocaat van de voormalige magistraat.

Sabbe werd eind juni 2020 op non-actief gezet nadat er een onderzoek tegen hem was gestart. Een vrouw die als chauffeur voor de magistraat had gewerkt, beschuldigde hem van ongewenst seksueel gedrag op het werk. Sabbe ontkende dat hij zijn vrouwelijke chauffeur had betast in het kruis en aan de borsten, en zei dat het sturen van expliciete berichten en een foto in zijn onderbroek onderdeel was van een aantrekkingsspel tussen twee volwassenen. 

Het Gentse hof van beroep achtte zowel de aanranding van de eerbaarheid als het ongewenst seksueel gedrag op het werk bewezen, en veroordeelde Sabbe tot vier maanden cel met uitstel. De verdediging ging tegen die veroordeling in Cassatie maar kreeg daar ongelijk. 

Sabbe liet echter verder onderzoek uitvoeren, door een forensisch bureau en een Mechelse onderzoeksrechter, naar de berichten die hij met het slachtoffer uitwisselde en de berichten die zij met een vriendin uitwisselde. Die zouden volgens de voormalig procureur aantonen dat er van ongewenst seksueel gedrag geen sprake was. Ook zou uit de berichten gebleken zijn dat het onderzoek niet onafhankelijk en onpartijdig gebeurde. 

LEES OOK. Oud-procureur Johan Sabbe dient klacht in tegen voormalige chauffeur: “Ze maakte een monster van mij, maar haar berichten tonen het tegendeel”

Dat gerechtelijk onderzoek is intussen afgerond en het dossier werd overgemaakt aan het Mechelse parket voor eindvordering, maar in een brief aan Sabbe zou het parket eind april laten weten hebben dat het van plan was om het dossier pas voor de raadkamer te brengen nadat dat verjaard is. Volgens het parket zou het immers gaan om een drukpersmisdrijf dat enkel door een hof van assisen kan worden behandeld, maar daarvoor zou de zaak niet zwaar genoeg wegen.

Sabbe stapte daarop naar de kortgedingrechter in Brussel om het openbaar ministerie te dwingen het dossier toch voor de raadkamer te brengen. Daar zou het dossier woensdag behandeld worden, maar die zitting gaat uiteindelijk niet door.

“Het Mechelse parket heeft blijkbaar zijn fout ingezien en ons laten weten dat het dossier toch voor de raadkamer zal gebracht worden, vermoedelijk in juli”, zegt meester Van Cauter. “Het parket neemt weliswaar geen standpunt in over de aan- of afwezigheid van eventuele aanwijzingen van schuld, en een eventuele doorverwijzing, maar meent dat het dossier naar een andere onderzoeksrechter in een ander arrondissement moet overgeheveld worden. Het lijkt er sterk op dat niemand deze hete aardappel op zijn bord wil krijgen en iedereen die zo snel mogelijk aan iemand anders wil doorspelen.”

 

Artikel uit Het Nieuwsblad, 25 juni 2024

Foto: © Frederiek Vande Velde

 

Lees meer
HLN, 7 juni 2024

Oud-procureur Johan Sabbe wil eerherstel na #MeToo-veroordeling

De gewezen Gentse procureur Johan Sabbe (64) legt zich niet neer bij zijn veroordeling uit 2021 voor grensoverschrijdend gedrag en aanranding. Hij heeft nu op zijn beurt een klacht ingediend tegen het slachtoffer, zijn toenmalige vrouwelijke chauffeur. Er zijn gewiste WhatsAppberichten tussen hen twee opgedoken, en daaruit blijkt volgens hem dat er van dwang en ongewenst gedrag helemaal geen sprake was. Maar de berichten tonen nog iets veel opmerkelijkers aan.

Faroek Özgünes 

“Ge zijt alle twee verliefd”, stuurt Ellen C. op 24 november 2018 naar haar vriendin Vanessa Cantaert (nu 47) via WhatsApp. “Nee nee, ikke nie! Ik speel maar”, antwoordt Vanessa. Dit ogenschijnlijk banale gesprekje tussen twee vrouwen zet een onverkwikkelijke zaak in een volledig ander daglicht en heeft mogelijk grote gevolgen — voor de betrokkenen én voor Justitie.

 

Naast Vanessa Cantaert — het aanvankelijke slachtoffer in dit verhaal — draait alles rond de Gentse topmagistraat Johan Sabbe. De vrouw was zijn voormalige chauffeur, die een klacht tegen hem indiende wegens seksueel overschrijdend gedrag en aanranding. Hij had op de avond van 19 december 2018 volgens het arrest in zijn dienstwagen haar borsten en vagina betast, zij had naar eigen zeggen schrik van hem en durfde zich niet te verzetten. Cantaert kreeg stress en ging in ziekenverlof. Ze was, ook weer volgens haar verklaringen, ook bang om “haar droomjob” te verliezen. Pas een jaar later diende ze een klacht in, Sabbe werd op 14 juni 2021 veroordeeld. De #MeToo-zaak kostte hem zijn carrière als magistraat, maar Sabbe bleef vechten om zijn onschuld staande te houden.

En in dat verband speelt dat ogenschijnlijk banale berichtje tussen twee vriendinnen een eerste belangrijke rol — voor de tweede rol moet u wat verder lezen in dit verhaal. Sabbe is namelijk veroordeeld — vier maanden cel met uitstel — op basis van tientallen WhatsAppberichten tussen Cantaert en haar baas die haar verhaal moesten ondersteunen. Het hof van beroep oordeelde dat het voldoende was aangetoond dat Sabbe “fysiek contact zocht met zijn ondergeschikte” en “ongewenst seksueel getinte foto’s en berichten stuurde”. Het is vooral het woordje ‘ongewenst’ dat van belang is: precies dát heeft Sabbe tijdens het onderzoek en de rechtszaak altijd bestreden. Sabbe meent dat Cantaert cruciale berichten die zijn onschuld zouden aantonen bewust achterhield.

Niet verstandig

Voor het eerst sinds het losbarsten van de zaak wil hij praten over de affaire. Johan Sabbe: “Wat we gedaan hebben was niet verstandig, het was een beetje puberaal, een beetje dwaas. Het had te maken met het feit dat we heel veel samen op de baan waren, dat we heel persoonlijke informatie met elkaar deelden, en dat er een soort van vertrouwen gegroeid is. Dat is dan tot wat meer gegaan dan het eigenlijk hoorde.”

“Er zijn geen wetten die zeggen dat mensen niet tot elkaar kunnen worden aangetrokken. Ook al zitten ze op hetzelfde kantoor, ook al is er een ondergeschikte relatie. Vooraleer het strafbaar wordt, moet er eigenlijk een soort van ongewenstheid zijn bij één van de twee. Deontologisch kan je je daar terecht vragen bij stellen.”

Ik had een blind vertrouwen in justitie. Een beetje naïef, vermoede­lijk. Ik kende de waarheid, ik wist wat er gebeurd was. Ik was ervan overtuigd dat er een vrijspraak zou komen

Johan Sabbe, ex-procureur

Zijn veroordeling kwam onverwacht en heeft diepe sporen nagelaten, zegt Sabbe: “Als mijn kleinkinderen hun opa googelen, zien ze alleen nog dat ik behoor tot de zedendelinquenten, terwijl ik 40 jaar lang hard heb gewerkt voor justitie. Dat doet pijn. Ik krijg zelfs geen attest van goed gedrag en zeden meer. Dan geraak je niet meer aan de bak, moet je niet meer proberen nog ergens te gaan werken — zelfs geen vrijwilligerswerk. Als ik bij mijn kleindochter haar school de kinderen de straat wil laten oversteken, dan mag dat niet. Want dat is vrijwilligerswerk en dan heb je een attest van goed gedrag en zeden nodig.”

“Als lid van het Openbaar Ministerie (OM) heb ik altijd heel hard gestreefd naar gerechtigheid. Ik vind het bijzonder lastig als iemand die onschuldig zou zijn, veroordeeld wordt. Ik had eigenlijk een blind vertrouwen in justitie. Een beetje naïef, vermoedelijk. Ik kende de waarheid, ik wist wat er gebeurd was. Ik was ervan overtuigd dat er een vrijspraak zou komen.”

Huis in Frankrijk

Om zijn gelijk te halen, doet Sabbe twee dingen. Eén: hij stelt het forensisch bureau i-Force aan om te onderzoeken of er in zijn gsm nog gewiste gesprekken terug te vinden zijn. Dat blijkt zo te zijn. Twee: op 17 juni 2022 dient hij een klacht met bur­ger­lij­ke­par­tijstel­ling in tegen Vanessa Cantaert. Hij vraagt aan de Mechelse onderzoeksrechter Philippe Van Linthout, gespecialiseerd in cybercrime, om een gerechtelijk onderzoek te voeren naar de volledige conversaties met haar — dus ook de door haar gewiste berichten.

De Regional Computer Crime Unit (RCCU) van de federale politie kan op Sabbes iPhone inderdaad 67 berichten bovenhalen die niet bij Vanessa Cantaert terug te vinden zijn, en die wel degelijk wijzen op wederkerigheid in de gesprekken. Als de politie ook haar gsm in beslag neemt en uitleest, komen er nog meer berichten naar boven, zoals de conversaties met haar hartsvriendin Ellen C. Die berichten schetsen een heel ander beeld van hoe Cantaert de feiten heeft beleefd (zie illustratie). Cantaert zegt dat ze “misschien” verliefd is op Sabbe — ‘Jef’ in de gesprekken — en met zijn gevoelens speelt. Ze kijkt ook uit naar zijn berichten. Twee dagen na haar aanranding in de auto stuurt ze naar haar vriendin de link door van een woning in Frankrijk die te koop staat op een immosite, met de vraag of Jef — Sabbe dus — misschien kan bijleggen.

De opgeviste WhatsAppberichten tonen volgens Sabbe aan dat er geen sprake is van ongewenste seksuele benaderingen en zelfs aanranding. “In de verhoren bij de klacht wordt gesproken over trauma’s, over angsten, dwang. Terwijl uit het chatverkeer met haar hartsvriendin in tempore non suspecto blijkt dat ze eigenlijk zit te wachten op een kus, dat ze zit te wachten op nieuwe berichten, dat ze verliefd is. Of ze speelt het. Dat zijn geen woorden van iemand die onder dwang staat. Dat is een spel dat we samen gespeeld hebben. En onbehoorlijk, ongepast waarschijnlijk, maar langs beide kanten met dezelfde ingesteldheid. Het is een avontuur dat drie maanden heeft geduurd. Daarna heb ik zelf mijn verstand teruggevonden, bij manier van spreken, en er stilletjes een einde aan gemaakt.”

Maar — en nu komen we op de tweede belangrijke rol van dat ogenschijnlijk banale berichtje over verliefd zijn of niet — er speelt meer in de zaak tussen ex-procureur Johan Sabbe en zijn chauffeur Vanessa Cantaert. Véél meer. Het gerechtelijk onderzoek legt namelijk nog meer berichten bloot die Cantaert om begrijpelijke redenen liever wilde geheimhouden voor de politie. Zo blijkt dat ze rechtstreeks in contact staat met haar collega-chauffeur L.B. Hij rijdt voor de Gentse procureur-generaal, de baas van Sabbe. Hij deelt informatie over de stand van het onderzoek met zijn chauffeur, die op zijn beurt haar op de hoogte houdt. Aan Cantaert wordt zelfs een job als chauffeur voor de procureur-generaal beloofd.

De door de onderzoeksrechter weer bovengehaalde berichten blijken ook diverse contacten tussen Vanessa Cantaerts advocaat Christine Mussche en de procureur-generaal om het dossier van Sabbe te bespreken. “Dat is zeer problematisch”, zegt Sabbes raadsman Joris Van Cauter. “Er zijn toch wel aanwijzingen dat het onderzoek niet onafhankelijk en onpartijdig werd gevoerd. Dit mag niet in de kast blijven liggen.”

Doofpotoperatie

Johan Sabbe: “Het is heel spijtig dat een Openbaar Ministerie niet de minste moeite heeft gedaan om de geloofwaardigheid en de betrouwbaarheid van die klacht te onderzoeken. Zij heeft van mij een monster gemaakt, ik was ineens drankzuchtig, er was sprake van machtsmisbruik. Er waren andere slachtoffers en zij was het grootste slachtoffer. Ik heb gevraagd om dat allemaal te verifiëren. De procureur-generaal heeft dat stelselmatig met de glimlach om de lippen van tafel geveegd. Waar zijn de principes van de rechtsstaat, het vermoeden van onschuld? Het Openbaar Ministerie heeft de rollen omgedraaid. Ik beschik over geluidsopnames die dat aantonen.”

En precies daarom, zo vermoedt advocaat Van Cauter, krijgt zijn cliënt niet de kans op een nieuwe behandeling van zijn zaak, nu er nieuwe feiten aan het licht zijn gekomen die zijn onschuld kunnen aantonen. De onderzoeksrechter heeft zijn onderzoek nochtans afgerond en overgemaakt aan het OM om te kunnen doorsturen naar de raadkamer. Maar het parket weigert te zeggen of het de vastgestelde feiten tegen de vrouw wil seponeren of vervolgen. Daardoor zit het dossier geblokkeerd en kan de raadkamer haar werk niet doen. Van Cauter: “Hier zijn naar mijn aanvoelen schokkende feiten aan het licht gekomen die een ander beeld schetsen van de werkelijkheid. Het parket beslist nu om dit dossier nooit voor de rechter te brengen.”

De tactiek die het parket daarvoor gebruikt, is duidelijk: eind april stuurde het OM een brief naar Sabbe om te melden dat het de zaak pas voor de raadkamer wil brengen nadat die verjaard is. De reden: het zou gaan om een drukpersmisdrijf en dat kan enkel door een hof van assisen worden behandeld. Maar daar is de zaak volgens het OM niet belangrijk genoeg voor. “Hallucinant en onwettig. Dit lijkt me een doofpotoperatie”, zegt Van Cauter. Om dat te counteren, hebben Sabbe en zijn advocaat deze week bij de rechter in kortgeding een procedure tegen de Belgische staat gestart.

Dwangsom van 10.000 euro per dag

Sabbe wil met zijn procedure bekomen dat zijn zaak op termijn opnieuw voorkomt en dat hij eerstel krijgt: “Ik wil dat de nachtmerrie stopt voor mij en mijn gezin, voor mijn echtgenote ook, wier gezondheid eronderdoor gaat. En dat we weer wakker kunnen worden in een rechtsstaat.”

Het OM krijgt van Sabbe drie maanden om de wet toe te passen. Voor elke dag vertraging eist hij een dwangsom van 10.000 euro. Op woensdag 26 juni wordt de zaak gepleit voor de kortgedingrechter in Brussel.

In een reactie ontkent Christine Mussche, de advocate van Vanessa Cantaert, dat er sprake zou zijn van ongeoorloofde contacten: “In geen 100 jaar, zelfs niet voor de koning. Als er gesprekken waren met het parket-generaal in Gent, dan was dat in het kader van een bemiddelingsprocedure met beide partijen om het niet tot een rechtszaak te laten komen. Ik heb ook altijd opgetreden in het belang van mijn cliënte. Het gaat over haar professionele tewerkstelling en haar ziekteverlof. Mevrouw Cantaert is door de hele zaak opnieuw in ziekteverlof en is nu niet aan het werk. Ze heeft bij haar eerste verklaring spontaan aangegeven dat ze een aantal berichtjes heeft gewist uit schaamte en woede. Als er al sprake was van wederkerigheid, was dat omdat ze haar overste op een beleefde manier op afstand wilde houden. Het hof van beroep heeft haar daarin volledig gevolgd. Of alle berichten in het dossier zaten of niet was irrelevant. De berichten die in het strafdossier zaten, waren duidelijk voldoende ongepast en ontoelaatbaar in een arbeidsrelatie tussen een hiërarchisch leidinggevende en een ondergeschikte medewerker.”

Toegegeven

De Gentse procureur-generaal Erwin Dernicourt benadrukt in een reactie dat het gerechtelijk onderzoek van Sabbe door het parket-generaal in Antwerpen en niet in Gent werd gevoerd. “De contacten die er waren met mevrouw Cantaert in Gent gingen over een poging om tot een bemiddeling te komen. Maar dat is niet gelukt. Mijn toenmalige chauffeur L.B. trad op als vertrouwenspersoon van haar, hij was erbij toen ze haar klacht indiende bij mij en kende dus haar zaak. Er was voldoende bewijs, ook zonder gewiste berichten. Johan Sabbe heeft toegegeven dat hij haar aangeraakt heeft en hij heeft zich daarvoor verontschuldigd. Daar veranderen de berichten niets aan.”

 

Artikel uit HLN, 7 juni 2024

Foto: © HLN Fotomontage / Simon Mouton / Wannes Nimmegeers / Maarten De Bouw / Photo News / ID / Gettyimages

Lees meer

Wij gebruiken cookies

Door deze website te gebruiken, aanvaardt u de cookies. Voor meer informatie, zie ons privacy- en cookiesbeleid