Als de journalist zijn pen laat leiden

Opiniestuk

29 april 2021

Joris Van Cauter

Advocaat van een van de beklaagden in de zaak-Reuzegom en van een van de politieagenten in de zaak-Bangoura.

 

Gerechtelijke journalisten laten zich te vaak voor iemands kar spannen, ziet Joris Van Cauter. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling. Volstaat de zelfregulering van de media om partijdigheid te voorkomen?

Gerechtsjournalistiek kan meer zijn dan het verslag over de slechte soap die het leven soms is. Het is belangrijk dat de bevolking gerust en vrij kan leven in de gedachte dat recht wordt gedaan en dat de pers daar op een zorgvuldige en bedachtzame wijze mee over waakt, en dat ze zelfs onrecht aan het licht brengt. Denk aan Watergate. Of aan de terechtstelling van de onschuldige Vlaamse arbeiders Jean Coucke en Pieter Goethals in Charleroi op 16 november 1860.

Coucke en Goethals werden veroordeeld op een proces dat boven hun hoofd werd gevoerd in het Frans, een taal die zij niet verstonden, en met als tolk een Luxemburgse rijkswachter die het Frans noch het Nederlands meester was. Zelfs toen de werkelijke daders enkele jaren later bekentenissen aflegden, bleef procureur-generaal Charles de Bavay overtuigd van hun schuld. Het is in grote mate door de onverdroten ijver van de Antwerpse journalist en politicus Harry Peters dat Coucke en Goethals eerherstel kregen.

Een recenter voorbeeld vind ik niet meteen. En dat ligt heus niet aan onze feilloze justitie. Vandaag laten sommige journalisten hun pen leiden door een deel van het strafdossier dat ze krijgen van een partij in het proces, die een eigen agenda heeft. Ook al schrijft de journalist de hem aangereikte processen-verbaal letterlijk over in de krant, dan nog schetst hij een vertekend beeld. Want dat zijn maar enkele bladzijden uit het dikke strafdossier. Voor een goed begrip moet je het volledige dossier lezen, van voren naar achteren.

 

Verzinsels

Mijn stelling, dat het om een gevaarlijke vorm van overschrijven gaat, is eigenlijk nog te voorzichtig. Het is veel erger. Op 23 april heeft de Raad voor de Journalistiek geoordeeld dat de berichtgeving van journalist Douglas De Coninck in De Morgen naar aanleiding van het Reuzegom-dossier vals is (DS 27 april). Een jongeman die geen publiek figuur is en niet betrokken was bij de fameuze doop, werd met naam en voornaam in de krant vermeld. De journalist citeerde overvloedig uit zijn verklaring aan de politie. Die citaten zijn bedoeld om afschuw op te wekken en afkeer te creëren voor de jongeman en zijn naasten. Uit de beslissing van de Raad voor de Journalistiek blijkt dat het niet eens echte citaten zijn, het zijn verzinsels van de journalist, woorden die uit de context zijn gehaald of zo zijn samengebracht dat er een volledig verkeerd beeld ontstaat van wat de jongeman in werkelijkheid zei tijdens het verhoor.

 

Het is onaanvaardbaar dat je in dit land als journalist in alle rust verder kunt doen met tien of meer veroordelingen op je kerfstok

De Raad stelt nog dat de vermelding van de naam en voornaam in de krant zijn privéleven aantast, meer dan vereist was door het maatschappelijke belang van de berichtgeving. De Coninck noch De Morgen lijkt te beseffen dat het om een fundamentele fout ging. De eerste reageerde op Twitter met een inmiddels verwijderd fragment van een sketch uit Wat als?. Wat hij daarmee bedoelde, is onduidelijk. Wat als het echt waar was geweest? De Morgen verontschuldigde zich afgelopen maandag voor de onzorgvuldigheden in het stuk en voor de schending van de privacy. In datzelfde artikel waren de naam en voornaam opnieuw voluit vermeld. Dat is lachen met de beslissing van de Raad. Dat kan natuurlijk ook, want zo’n beslissing heeft alleen een moreel gezag, sancties legt de Raad niet op.

Je kunt in dit land als journalist in alle rust verder doen met tien of meer veroordelingen op je kerfstok. Dat is onaanvaardbaar, en niet alleen voor de enkelingen die er het slachtoffer van worden. Want op die manier vormt de vierde macht een gevaar voor de rechtsstaat. Zo’n kwaadwillige berichtgeving leidt ertoe dat mensen het recht in eigen handen nemen, hitst mensen tegen elkaar op en leidt finaal tot ongeloof in de media.

Het bemoeilijkt ook het werk van justitie. Kun je als advocaat nog iemand (bijvoorbeeld een getuige) adviseren vrijuit te spreken in een gerechtelijk onderzoek, wanneer je niet kunt garanderen dat zijn verklaring de volgende dag niet verdraaid in de krant staat? Zwijgen is dan ook een legitieme optie.

 

Waarheidsliefde

De bevoorrechte positie en bescherming van journalisten zijn democratisch noodzakelijk. Hun bronnengeheim is beter beschermd dan dat van een advocaat of dokter. Maar die bescherming is niet vrijblijvend. Ze vereist dat journalisten bekwaam en genoeg onderlegd zijn om hun onderwerp te begrijpen, en onpartijdig en verstandig genoeg zijn om zich niet voor iemands kar te laten spannen. Dat ze zich laten leiden door waarheidsliefde in plaats van door sensatiezucht. In een gezonde democratie kan een functionerende en onafhankelijke vierde macht maatschappelijk belangrijke thema’s op de agenda plaatsen, de rijken en machtigen in het gareel houden en schandalen aan de kaak stellen. Dat verklaart waarom dictators en kleptocraten het niet alleen op rechters en advocaten hebben gemunt, maar ook op journalisten. Macht is een gevaarlijk en moeilijk hanteerbaar instrument, ook voor diegenen die alleen de pen hanteren.

Of de zelfregulering via de Raad voor de Journalistiek voldoende is om de balans in evenwicht te houden, valt te betwijfelen. Diezelfde Douglas De Coninck is genomineerd voor de Belfius Persprijs met het artikel ‘Het laatste levensuur van Lamine Bangoura’. Dat stuk is in hetzelfde bedje ziek: partijdig, partieel en vol bedrieglijke citaten uit het strafdossier, die politiemensen afschilderen als onmensen of moordenaars. Het surfte mee op de golven van Black Lives Matter en creëerde een sfeer waarin politiemensen niet naar hun proces voor de kamer van inbeschuldigingstelling durfden te gaan.

Dat de kamer van inbeschuldigingstelling in Gent in een uitgebreid arrest van 25 bladzijden alle insinuaties en beschuldigingen van tafel heeft geveegd, is blijkbaar niet van belang voor de jury van de Belfius Persprijs. Het krantenartikel is volgens Belfius allicht beter dan het arrest. Fictie gaat boven de waarheid. We zijn op een beangstigend hellend vlak aanbeland.

 

Opiniestuk van Joris Van Cauter in De Standaard van 29 april 2021:

https://www.standaard.be/cnt/dmf20210428_97748691?utm_source=standaard&utm_medium=social&utm_campaign=send-to-a-friend    

foto: © Lectrr

Laatste publicaties

7 oktober 2024

Conferentie in Berlijn

De Berliner Anwaltsverein organiseert al meer dan 20 jaar een conferentie waarop ze afgevaardigden van internationale advocaten- en balieverenigingen uitnodigen om gemeenschappelijke kwesties met betrekking tot de advocatuur te bespreken. Vorig jaar vond  de 21e conferentie plaats en was het thema Die Anwaltschaft als Verteidigerin der Verfassungsgerichtsbarkeit (advocaten als verdedigers van Grondwettelijke rechtspraak). Ik had de eer om de Gentse balie daar te mogen vertegenwoordigen.

In welke mate vormt de rechtspraak van een Grondwettelijk Hof de democratische rechtsstaat. Of kan die rechtspraak ook een bedreiging vormen?

Uitermate boeiend om de antwoorden hierop vanuit verschillende landen te vernemen. Rechters in een Grondwettelijk Hof worden meestal – zoals  in België – “politiek” benoemd. Op die manier tracht men democratisch gedragen rechtspraak te bekomen. Wat nu met de opkomt van extreem linkse of rechtse partijen?

Op welke democratische manier ga je extreme partijen die hoog scoren bij de verkiezingen het recht kunnen (blijven) ontzeggen om deel te nemen aan de benoeming van rechters in het Grondwettelijk Hof? Hét antwoord daarop werd niet gevonden maar het debat was in ieder geval verrijkend en het is iets waar we moeten blijven over nadenken. Dit debat te hebben mogen voeren Unter den Linden met zicht op de Brandenburger Tor was een voorrecht.

Lees meer
De Standaard, 27 september 2024

Euthanasie wordt straks een manier om de wachtlijsten in de psychische zorg werk te werken

Volgens Joris Van Cauter evolueren we naar een maatschappij waarin euthanasie een middel wordt tegen ontsporende gezondheiszorg- en vergrijzingskosten. Iedere serieuze ethische discussie ontbreekt.

De vraag naar crisishulp bij jongeren is de afgelopen vijf jaar met 40 procent toegenomen. Twee derde van die hulpvragen blijft onbeantwoord omdat er een tekort is aan plaatsen en personeel. De wachttijd voor jongeren die hulp vragen bij een centrum voor geestelijke gezondheidszorg loopt op tot 7 maanden. de wachttermijn voor euthanasie wegens psychisch lijden is 1 maand. Zelfs Etienne Vermeersch, de geestelijke vader van de euthanasiewet, vond dat een te korte termijn.

In praatprogramma's zie je geen artsen,  psychiaters of psychologen die getuigen over hoe een psychisch kwetsbaar iemand snel werd geholpen en terug zin in het leven heeft gekregen. In populaire kranten of tijdschriften lees je daar evenmin over. Die verhalen bestaan nochtans. Het zijn heldenverhalen die zich in alle stilte en anonimiteit afspelen.

De voorbije week stonden de Vlaamse media bol van de moedige beslissing die een bekend acteur had genomen om te sterven door middel van euthanasie wegens ondraagelijk psychisch lijden. Er wordt uitvoerig verslag gedaan van zijn laatste ontbijt, de berichtjes die zijn collega's van hem nog ontvingen net nadat hij was gestorven. Een goede vriendin getuigt dat ze nooit heeft geprobeerd hem op andere gedachten te brengen. Het afscheidsfilmpje dat iedereen nu online kan zien, is volgens een medisch ethicus het bewijs dat het allemaal goed is verlopen. Terzelfdertijd lazen we over de eerste 'klant' van de zelfdodingscapsule in Zwitserland. De uitvinder ervan krijgt uitgebreid een portret in deze krant onder de titel: "Waarom mensen dood willen? Dat kan me niet schelen."

De dood is lelijk

De rode draad doorheen al die verhalen is de esthetisering van de zelfgekozen dood. Alsof de dood iets moois is. Terwijl de dood lelijk is, op een primair dierlijk niveau. Een drama voor de overlevende vader, moeder, broer of zus. De zelfgekozen dood om welke reden ook, is de ultieme vorm van vrijheid en zelfbeschikking. En daar moeten we kennelijk alsmaar verder in gaan. We zijn gestart bij euthanasie wegens ondraaglijk fysiek lijden, zijn intussen bij euthanasie wegens ondraaglijk psychisch lijden en we zijn op weg naar euthanasie bij wilsonbekwaamheid, bij voltooid leven. En nu is er dus ook: hulp bij zelfdoding.

Begin deze eeuw vormde euthanasie een strikte uitzondering op het absolute verbod een ander te doden. Vandaag wordt het beschouwd als een recht en een medische behandelingsoptie die evenwaardig is aan andere opties. De wettelijke vereiste dat het moet gaan om "psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden" wordt hoe langer hoe meer opgerekt. We gaan van principieel strafbaar, tenzij... naar principieel niet strafbaar, tenzij... Tussen droom en daad liefst zo weinig mogelijk wetten en praktische bezwaren. Er lijkt maar één weg te zijn die we uit kunnen en moeten. Dat biedt dan meteen ook een oplossing voor het zelfmoordprobleem. Albert Camus noemde dat in de De mythe van Sisyphus het enige serieuze filosofische probleem. Hij pleitte er niettemin voor om het leven - in zijn ogen in essentie zinloos - gepassioneerd te omhelzen. Pleidooien daarvoor hoor je niet meer, tenzij misschien bij een of andere oude man uit het Vaticaan, maar wie luistert nog naar hem? Iedere serieuze ethische discussie ontbreekt vandaag.

Ethische grenzen

Het is een schrikbarende evolutie waarin Nederland vooropliep. Het is ook daar dat de eerste tegenwind vandaan komt. Verschillende Nederlandse artsen en (kinder)psychiaters schreven recent het Openbaar Ministerie aan om de evolutie aan te kaarten dat de dood een behandeloptie is geworden. Ze wijzen op wat er kan gebeuren als je zo ongebreideld de moed prijst van wie kiest voor euthanasie wegens psychisch lijden. Als dat gepaard gaat met een slecht functionerende zorgverlening, dan wordt voor ernstig zieke, kwetsbare psychiatrische patiënten euthanasie een aantrekkelijkere behandeloptie dan een intensieve behandeling waarop je langer moet wachten. Ook voor naasten van iemand met een doodswens wordt het moeilijker om de moed erin te hoduen en verder steun te bieden als voordelen van euthanasie wegens psychisch lijden veelvuldig publiekelijk benadrukt worden. Het kan er zelfs toe leiden dat met hun moed ook de levenslijn breekt. In het ergste geval gaat de omgeving van iemand die psychisch lijdt impliciet druk uitoefenen om misschien toch maar een euthanasietraject te gaan bewandelen.

Er voltrekt zich een dystopische ontwikkeling naar een maatschappij waarin euthanasie een middel wordt tegen ontsporende gezondheidszorg- en vergrijzingskosten. In Nederland beginnen artsen zich vragen te stellen bij de ethische en medische grenzen die worden overschreden door euthanasie bij psychisch lijden onderdeel te maken van reguliere zorgaanbod. In Vlaanderen werken we er de wachtlijsten mee weg. En de begroting komt in evenwicht. Geen leed meer en iedereen gelukkig.

 

Artikel uit De Standaard, 27 september 2024

© nyt

 

Lees meer
Nieuwsblad, 25 juni 2024

Mechels gerecht gaat nu toch aan de slag met extra “bewijsmateriaal” veroordeelde procureur

Het kort geding dat voormalig Gents procureur Johan Sabbe had aangespannen tegen de Belgische staat in verband met zijn veroordeling uit 2021 voor grensoverschrijdend gedrag en aanranding, wordt woensdag niet behandeld door de Brusselse rechtbank van eerste aanleg. Het kort geding is zonder voorwerp geworden en zal geschrapt worden nu het Mechelse parket toch aan de slag wil met het dossier dat opgestart was na een klacht van Sabbe zelf. Dat bevestigt de advocaat van de voormalige magistraat.

Sabbe werd eind juni 2020 op non-actief gezet nadat er een onderzoek tegen hem was gestart. Een vrouw die als chauffeur voor de magistraat had gewerkt, beschuldigde hem van ongewenst seksueel gedrag op het werk. Sabbe ontkende dat hij zijn vrouwelijke chauffeur had betast in het kruis en aan de borsten, en zei dat het sturen van expliciete berichten en een foto in zijn onderbroek onderdeel was van een aantrekkingsspel tussen twee volwassenen. 

Het Gentse hof van beroep achtte zowel de aanranding van de eerbaarheid als het ongewenst seksueel gedrag op het werk bewezen, en veroordeelde Sabbe tot vier maanden cel met uitstel. De verdediging ging tegen die veroordeling in Cassatie maar kreeg daar ongelijk. 

Sabbe liet echter verder onderzoek uitvoeren, door een forensisch bureau en een Mechelse onderzoeksrechter, naar de berichten die hij met het slachtoffer uitwisselde en de berichten die zij met een vriendin uitwisselde. Die zouden volgens de voormalig procureur aantonen dat er van ongewenst seksueel gedrag geen sprake was. Ook zou uit de berichten gebleken zijn dat het onderzoek niet onafhankelijk en onpartijdig gebeurde. 

LEES OOK. Oud-procureur Johan Sabbe dient klacht in tegen voormalige chauffeur: “Ze maakte een monster van mij, maar haar berichten tonen het tegendeel”

Dat gerechtelijk onderzoek is intussen afgerond en het dossier werd overgemaakt aan het Mechelse parket voor eindvordering, maar in een brief aan Sabbe zou het parket eind april laten weten hebben dat het van plan was om het dossier pas voor de raadkamer te brengen nadat dat verjaard is. Volgens het parket zou het immers gaan om een drukpersmisdrijf dat enkel door een hof van assisen kan worden behandeld, maar daarvoor zou de zaak niet zwaar genoeg wegen.

Sabbe stapte daarop naar de kortgedingrechter in Brussel om het openbaar ministerie te dwingen het dossier toch voor de raadkamer te brengen. Daar zou het dossier woensdag behandeld worden, maar die zitting gaat uiteindelijk niet door.

“Het Mechelse parket heeft blijkbaar zijn fout ingezien en ons laten weten dat het dossier toch voor de raadkamer zal gebracht worden, vermoedelijk in juli”, zegt meester Van Cauter. “Het parket neemt weliswaar geen standpunt in over de aan- of afwezigheid van eventuele aanwijzingen van schuld, en een eventuele doorverwijzing, maar meent dat het dossier naar een andere onderzoeksrechter in een ander arrondissement moet overgeheveld worden. Het lijkt er sterk op dat niemand deze hete aardappel op zijn bord wil krijgen en iedereen die zo snel mogelijk aan iemand anders wil doorspelen.”

 

Artikel uit Het Nieuwsblad, 25 juni 2024

Foto: © Frederiek Vande Velde

 

Lees meer

Wij gebruiken cookies

Door deze website te gebruiken, aanvaardt u de cookies. Voor meer informatie, zie ons privacy- en cookiesbeleid